In 2015 kreeg Lenneke Hoope te horen dat ze borstkanker had. Na een zware periode met chemotherapie is ze inmiddels genezen verklaard. Van die bizarre roller coaster waarin ze terecht kwam, maakte ze samen met vriendin Anneloor Heemsta een stripboek. Vandaag ontvingen de vriendinnen het eerste exemplaar bij de uitgeverij in Haarlem.
Als rode draad door het boek loopt een app-groep waar Anneloor en Lenneke onderdeel van zijn. “Iedereen die in die appgroep zit, kent elkaar al zo’n 25 jaar”, vertelt Lenneke. “Ik deelde veel van mijn ziekteproces in die appgroep. Zij waren mijn steun en toeverlaat. Soms lig je in je bed te peinzen en dan was er altijd wel iemand in die groep wakker die mij nog kon steunen.”
Plaatjes van dingen die erger zijn
Uit die appconversaties is uiteindelijk de titel van het boek ontstaan. Lenneke: “Tijdens een van die slapeloze nachten, vroeg ik grappig bedoeld: misschien kan een van jullie een plaatje sturen van iets wat erger is, zodat ik me wat beter voel. En zo ontstond de uitwisseling van grappige plaatjes waar ik heel erg om moest lachen, wat enorm hielp.”
“Het is bizar om dit boek nu vast te hebben”, zegt vriendin Anneloor terwijl ze door het boek bladert. “Het is alsof je een wandeling maakt die je al heel goed kent, maar nu beleeft op papier. Je voelt het, je ruikt het. Het is nu zoveel anders.”
Voor zowel Anneloor als Lenneke bood het maken van het stripboek troost. “Wij als vrienden leefden in constante angst dat Lenneke zou komen te overlijden”, zegt Anneloor. “Het was voor mij persoonlijk heel prettig dat ik iets met die angst kon doen. Dat bood voor mij wel een soort verwerking.”
Stripjes tekenen
Anneloor tekende tijdens hun gezamenlijke studententijd al stripjes van ‘dingen die ze toen meemaakten’. “Toen ik in deze situatie kwam, leek het soms net alsof ik in een van die stripjes zat”, zegt Lenneke.
Daarna besloten Lenneke en Anneloor om de verhalen echt op te tekenen. “Je maakt zoveel bizarre dingen mee als je kanker hebt”, beaamt Lenneke. “Mensen weten vaak niet goed hoe ze moeten reageren, ook omdat het voor hen moeilijk kan zijn.”
Ook toen ze eens ging zwemmen met haar zoontje, gebeurde er iets vreemds. Met een kaal hoofd stapte ze het water in en werd vooral door kinderen bekeken. “Ik had me daar niet helemaal op voorbereid. Ze vroegen of ik een man of een vrouw was, of waar mijn haar was gebleven. Dat zijn rare situaties waar je in terecht komt.”