Het volledige bestuur van stichting Queer Haarlem, waar regenbooghuis Lavender onderdeel van was, is mogelijk hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de stichting. Dat stelt de curator in het onlangs gepubliceerde faillissementsverslag. Het gaat om het eerste bestuur dat in de maanden na de oprichting van de stichting aan het roer stond en wanneer de schulden zijn ontstaan.
Het nieuwe bestuur, dat sinds augustus is aangesteld, was niet op de hoogte van de financiële situatie en kon daardoor niet op tijd ingrijpen om een faillissement te voorkomen. Pas in november waren de nieuwe bestuursleden voldoende op de hoogte gebracht. Directeur Rick Busscher nam destijds de volledige verantwoordelijkheid op zich. Hij gaf toe dat er door onervarenheid in de horeca afspraken en beslissingen zijn gemaakt die achteraf onhaalbaar bleken.
‘Onbehoorlijk bestuur’
Toch concludeert de curator dat niet alleen Busscher, maar ook de overige (oud-)bestuursleden hun taken ernstig hebben verwaarloosd. Bij vergaderingen werden geen notulen gemaakt en er was nauwelijks financieel toezicht. De administratie was niet op orde en het bestuur had volgens de curator al vóór november inzicht kunnen krijgen in de nijpende situatie.
Het verslag spreekt dan ook van een ‘onbehoorlijk bestuur’. De curator stelt dat het eerste bestuur ernstig is tekortgeschoten in het uitvoeren van haar wettelijke en bestuurlijke verantwoordelijkheden.
Lees ook: Haarlemse queerbar Lavender sluit na financiële problemen: ‘Onverantwoorde keuzes gemaakt’
Schulden veel hoger dan gedacht
Volgens de eigen administratie had de stichting een schuld van zo’n 120.000 euro. Maar de curator schat dat de werkelijke schuld ligt tussen de 300.000 en 350.000 euro. Die schulden waren al volledig opgebouwd op het moment dat het bestuur zegt geïnformeerd te zijn over de financiële problemen. Kort daarna werd het faillissement aangevraagd.
De consequentie is volgens de curator dat het gehele bestuur mogelijk hoofdelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor de schuld, en niet alleen Busscher. Ook zegt de curator dat het geen zin heeft voor de schuldeisers om geld te verhalen bij de stichting. Het bestuur heeft volgens onderzoek van de curator geen geld om hen terug te kunnen betalen.
Financiële problemen
De stichting kwam kort na oprichting al in de financiële problemen. Queerbar Lavender moest drie maanden na de opening alweer de deuren sluiten. De curator onderzoekt momenteel de exacte oorzaken van het faillissement en bekijkt of een doorstart mogelijk is.
Lees ook: Horecavergunning voor Lavender Regenbooghuis komt te laat: “Feest op laatste moment afgeblazen”