Het had weinig gescheeld, of een ruim 12 meter hoge sculptuur van kunstenaar Govert Heikoop, die bijna 40 jaar langs de Surinameweg in Schalkwijk stond, was op de schroothoop beland. Het gebied wordt herontwikkeld en het bleek niet mogelijk om het kunstwerk daar te laten staan. Door oplettendheid van Heemstedenaar en kunstliefhebber Patrick Kruijsdijk krijgt de sculptuur een tweede leven. Maar dan wel in Breda.
‘Minimal Art’-kunstenaar Govert Heikoop overleed in 2007 in Amsterdam. De hoge, naamloze, sculptuur was de grootste opdracht die hij tijdens zijn carrière voltooide. In de kleuren rood, blauw en geel moest het ‘positivisme en groei’ uitstralen, een vrolijke noot bij het wat grijzige imago van de FIOD.
Yteke Spoelstra deed in 2020 kunst- en cultuurhistorisch onderzoek naar de kunst van Heikoop in Schalkwijk. “De Minimal Art-kunstenaars gebruikten hele eenvoudige vormen en kleuren en hadden veel raakvlakken met kunstbeweging De Stijl. Er zijn nog maar weinig van deze werken te vinden, deze van Heikoop is een zeldzaamheid.”
Kunst in opdracht van het Rijk
Het kunstwerk viel onder de zogenaamde ‘percentageregeling’ van het Rijk. Dat betekende dat bij de bouw van een nieuw pand een klein percentage van de bouwsom werd gereserveerd voor kunst. Gerenommeerde kunstenaars kregen de opdracht om kunst te maken die goed bij de desbetreffende gebouwen paste. Het beheer kwam in handen van het Rijksvastgoedbedrijf.
En zo kreeg Heikoop begin jaren ’80 de opdracht om het FIOD-gebouw in Haarlem op te waarderen met zijn kunst. Hij ontwierp geometrisch-abstracte sculpturen, die in en om het pand werden geplaatst. Al met al was er ruim 200.000 gulden mee gemoeid.
Heemstedenaar Patrick Kruijsdijk fietste een tijdje geleden langs het voormalige FIOD-gebouw, toen zijn oog op de grote zuil van Heikoop viel. Hij is kunstliefhebber en vrijwilliger bij erfgoedvereniging Heemschut, die waardevolle kunst in de openbare ruimte probeert te beschermen en te herplaatsen, als dat nodig is. Hij vroeg zich af wat het Rijksvastgoedbedrijf met het werk van Heikoop ging doen. “Het zou, zo bleek, vernietigd worden. Daar werden we natuurlijk niet blij van, want er is destijds veel geld in geïnvesteerd”, vertelt hij.
‘Niet vernietigen, maar bij pand laten staan’
Kruijsdijk verdiepte zich in het herontwikkelingsplan voor het FIOD-gebouw. “De sculptuur had daar prima kunnen blijven staan. Misschien 100 meter verderop, want er wordt gebouwd op de huidige locatie. Maar het zou dan nog steeds goed in zijn nieuwe omgeving passen.”
Ondanks pogingen om het kunstwerk voor Haarlem te behouden, kreeg Kruijsdijk toch te horen dat zowel het Rijksvastgoedbedrijf, de projectontwikkelaar, als de gemeente Haarlem het kunstwerk niet konden herplaatsen. “Er was onvoldoende budget voor.” Niet echt een geldig argument, vindt de Heemsteedse kunstliefhebber. “Het is maar net wat je als gemeente graag wilt behouden aan kunst, of je daar beleid voor wilt maken. Je ziet overal van dit soort panden gesloopt worden en daarmee gaat ook de Rijkskunstcollectie in rap tempo verloren.”
Gerard van den Berg, ook lid van Heemschut, zorgde er uiteindelijk voor dat de sculptuur afgelopen weekend naar zijn woonplaats Breda is getransporteerd. “Heikoop heeft zijn sporen verdiend. Het zou heel jammer zijn als het vernietigd zou worden, dat mag dus niet gebeuren.”
Van den Berg zocht contact met de wethouder in Breda en zij wilde het kunstwerk graag adopteren. De verhuizing is uiteindelijk gefinancierd door de gemeente Breda en het Rijksvastgoedbedrijf. “Daar zijn we ze dankbaar voor. Het past hier goed, omdat er ook familie van Heikoop in Breda woont. En onder de rook van de stad staat nog één van zijn sculpturen.”
‘Haarlem had meer kunnen doen’
Ze zijn blij dat de kleurrijke zuil weer een toekomst heeft, maar de leden van Heemschut vinden dat de betrokken partijen zich toch iets meer hadden mogen inspannen om het kunstwerk van de sloophamer te redden. Als Heemschut er niet actief naar gevraagd had, dan was dat gewoon gebeurd, denken ze. “De gemeente Haarlem wist er ook al die tijd van, maar stak zijn nek er niet voor uit. Blijkbaar was het niet interessant genoeg”, aldus Van den Berg. “Het gaat hier wel om gemeenschapsgeld. Het is destijds door de overheid geïnitieerd en ik vind dat die het dan ook goed moeten beschermen.”
Gemeente Haarlem: ‘Kosten voor herplaatsen kunstwerk zeer hoog’
De gemeente Haarlem laat weten dat het kunstwerk eigendom is van de Rijksoverheid en dat het Rijksvastgoedbedrijf, in afstemming met de erven van Heikoop, heeft besloten tot sloop van het kunstwerk.
‘Dit is aan de gemeente meegedeeld. De gemeente heeft het werk niet overgenomen. Het kunstwerk is specifiek gemaakt voor de locatie bij het gebouw. Juist op die specifieke plek kwam het kunstwerk tot zijn recht. Het plaatsen van deze sculptuur los van die context doet artistiek gezien weinig recht aan het beeld. Daarbij zijn de kosten voor het terugbrengen van deze sculptuur zeer hoog (minstens 50.000 euro). De gemeente heeft niet de middelen om de sculptuur elders te plaatsen’, zo luidt de verklaring.
Rijksvastgoedbedrijf: ‘Alternatieve locatie bij pand was niet mogelijk’
Een woordvoerder van het Rijksvastgoedbedrijf laat weten dat er samen met de gemeente gezocht is naar een alternatieve locatie bij het FIOD-gebouw. Dat bleek echter vanwege de fundering die onder het kunstwerk zit, niet haalbaar. “Gedurende die overleggen was er ook steeds contact met de stichting Heemschut. Zij kwamen met de suggestie om het kunstwerk naar Breda te verplaatsen. We zijn overeengekomen dat het Rijksvastgoedbedrijf het kunstwerk schenkt en een bijdrage levert aan demontage en het vervoer”, aldus de woordvoerder.
Architectuur- en kunsthistoricus Yteke Spoelstra is blij met de nieuwe bestemming van de sculptuur van Heikoop, maar vindt dat het eigenlijk in Schalkwijk had moeten blijven. “Het hóórt bij het gebouw, geld zou hier toch geen argument moeten zijn. Het is superzonde als deze kunst zomaar geruisloos verdwijnt, dat zie je heel vaak gebeuren.” Ze vindt dat Haarlem, maar ook andere gemeenten, veel meer en beter onderzoek moeten doen naar de waarde van kunst in de openbare ruimte en moeten vastleggen wat ze graag wel en niet willen behouden. “Want nu komt het er vaak op neer dat iemand het dan gewoon niet mooi meer vindt en dan verdwijnt het snel.”
De erven van Heikoop laten weten dat ze het Rijksvastgoedbedrijf inderdaad toestemming hebben gegeven om de sculptuur te laten vernietigen, omdat ze gezien de grootte ervan geen andere mogelijkheid zagen. Maar nu Heemschut in actie is gekomen en de gemeente Breda de adoptie op zich neemt, zijn ze ontzettend blij dat het kunstwerk een tweede leven krijgt. Mogelijk komt het na een opknapbeurt in een park in Breda te staan, maar daar moet nog een besluit over genomen worden.