De lokale omroep van Haarlem kent een veelbewogen geschiedenis. Maar weinig mensen weten dat onze Haarlemse trots in haar eerste jaren door het leven ging als Station Haarlem. Een naam die snel werd gewijzigd in Haarlem105 nadat we dagelijks talloze telefoontjes ontvingen met de vraag naar informatie over de vertrektijden van de treinen… Een van de medewerkers van het allereerste uur vertelt over deze eerste jaren.
Station Haarlem, de eerste jaren (1987- 1990)
Door Wilma Vermunt en Frank Boorsma
Start
Frank Boorsma, medewerker tijdens de eerste jaren, blikt terug op de periode 1987-1990. ‘Het initiatief voor het Haarlem 105 dat we nu kennen, kwam in de periode voor 1987 vooral van journalist Ferry Tromp en PR-adviseur Wim van Luyken, voorzitter van de ROK. Van Luyken plaatste in april van dat jaar een oproep in het Haarlems Dagblad om vrijwilligers voor de nieuwe omroep te werven. Dat leverde al direct een groot aantal positieve reacties op: de presentatie van de plannen in restaurant De Kroon (nu Café Brinkmann) trok genoeg enthousiastelingen, die zich aanmeldden voor een spoedcursus radio maken.’
‘Die lessen startten in juni in het kantoor van Van Luyken in Bloemendaal. In vier avonden maakten instructeurs als Max Sipkes, destijds bekend van het VPRO-radioprogramma ‘Het Gebouw’, de deelnemers wegwijs in het radiomaken. Toen de cursisten waren bijgespijkerd over interviewtechnieken en technische details, was er alleen nog dringend behoefte aan een eigen studio’, vertelt Boorsma. ‘Ik weet nog dat bij de eerste uitzending in september 1987 de technische ondersteuning gedaan werd vanuit de Double Dutch-studio aan het Houtplein, terwijl de uitzending in het Concertgebouw was. Saillant detail: de studio van Double Dutch werd juist op die cruciale avond beroofd van de apparatuur. Er waren ook vernielingen aangebracht, waardoor het op sabotage leek. De dader is nooit gevonden. Dankzij de andere bedrijven in het pand – zij zorgden voor een noodoplossing voor de techniek – ging de eerste uitzending die dag toch de lucht in.’
Die eerste show werd gepresenteerd door Jeroen Overbeek en Marieke Moerkerk. De vrijwilligers werden tijdens de eerste uitzendingen geïnstrueerd door professionals en gingen daarna zelfstandig aan de slag. ‘En dat lukte!’, herinnert Boorsma zich. ‘Vanaf het weekeinde van de eerste uitzending werd op vrijdag- en zaterdagavond van 17.00 tot 19.00 uur live uitgezonden vanuit café De Patriot in de Kleine Houtstraat. Deze locatie leende zich daar uitstekend voor. De vrijdag was voor culturele activiteiten, recreatie, uitgaan en politiek. De afgelopen week werd doorgenomen en men kon uitgaanstips voor het weekeinde beluisteren. In het populaire zaterdagmiddagmagazine ‘Haarlem Speciaal’ werd aandacht besteed aan bijvoorbeeld terugkerende thema’s als de kroeg van de week, een praatje met de dierenarts en nieuw (zang)talent met soms een live optreden. Op zondagmiddag presenteerde Jürgen Drieskens een gevarieerd sportprogramma met veel muziek.’
De eerste uitzendingen sloegen direct goed aan. Boorsma: ‘Het duurde niet lang of de medewerkers gingen zich specialiseren: presentatie, techniek, de muziekkeuze en natuurlijk het redactiewerk. De redactiemedewerkers gingen (soms letterlijk) de straat of de boer op om het nieuws te verwerven. Zij spitten de kranten uit en er ontstond een klein netwerk van contactpersonen dat de redacties tipte als zich iets voordeed. Er werd in die tijd gewerkt met slechts een telefoon, een stapel kranten van de afgelopen week en een stapel visitekaartjes. Maar ook in het landelijke nieuws vielen we op. Op 9 september 1987 werd Gerrit Jan Heijn bij zijn villa in Bloemendaal ontvoerd en die zaak werd ook door onze redactie op de voet gevolgd. Wij hadden tijdens de uitzending permanent contact met de politie over de ontwikkelingen. We hadden daardoor ook de primeur van de radiostilte die de politie hanteerde en die even later pas in het landelijke nieuws kwam. We wisten op dat moment nog niet dat Heijn door Ferdi E. al op de dag van de ontvoering was doodgeschoten.’
Eigen plek
Omdat er nog geen eigen locatie was, moest voor iedere uitzending de apparatuur eerst opgebouwd en na afloop weer afgebroken worden. Het opslaan van de spullen moest in weer een ander gebouw, dat gelukkig wel het pand naast opnamelocatie De Patriot was, maar hoe dan ook was, het een hele onderneming.
Frank Boorsma: ‘Toen het allemaal succesvol bleek en technisch én qua mankracht haalbaar om naar meer uren te gaan, volgde op woensdagavond van negen tot tien het zeer gewaardeerde bluesprogramma ‘Crossroads’ met Ed Comaita en Bert Devies. Een uur lang jazz en blues vanuit Radiocafé De Patriot waarbij soms live gespeeld werd. Het verlangen naar een vaste studio groeide. Een studio waar apparatuur in een vaste opstelling stond, een redactielokaal en archief aanwezig was en waar je gasten fatsoenlijk kon ontvangen. Begin 1988 werd enkele panden verderop aan de Kleine Houtstraat op nummer 94 een geschikte plek gevonden. Op zaterdag 1 oktober was de feestelijke opening met een marathonuitzending van negen uur ’s morgens tot zeven uur ’s avonds met diverse gasten. Ook luisteraars konden de directe uitzending bijwonen. Dichter en schrijver Lennaert Nijgh kwam langs voor een vraaggesprek, er werden straatinterviews gedaan (op een bandje) en men kreeg een boekje met gebundelde columns van Kees Sipkes, die wekelijks een gesproken column verzorgde. Programmaleider Frans van den Mosselaar, helaas inmiddels overleden, was in de zomer van 1988 de drijvende kracht achter al deze activiteiten.’
De lokale radio werd steeds belangrijker. ‘In samenwerking met het Haarlems Dagblad kregen jongeren vanaf juli 1988 een eigen programma, ‘Big Deal! TopTien’. Technicus Peter Belt vormde met Marc Bercht een duo dat in samenwerking met het Haarlems Dagblad een zaterdagavondprogramma ging presenteren, waarin de tien best verkochte platen werden gedraaid’, vervolgt Boorsma. ‘Het kostte weinig moeite om gasten te krijgen. Het was interessant om op de lokale omroep te horen te zijn en op die manier in staat te zijn je mening over iets kenbaar maken.’
‘Wim van Luyken, samen met Ferry Tromp initiatiefnemer van dit alles, is tot eind 1988 voorzitter van de ROK geweest en zou daarna nog een tijd meewerken aan het programma ‘Haarlem Historisch’. Hij is in 2007 overleden. Het doet me goed te merken dat het enthousiasme anno 2012 net zo groot is, als dat van de vrijwilligers uit 1987. Met de dagelijkse radio-uitzendingen, de wekelijkse TV-programma’s en de informatieve website, kun je wel stellen dat wat op 4 september 1987 in het Concertgebouw begonnen is, na vijfentwintig jaar is uitgegroeid tot iets dat deel uitmaakt van de Haarlemse historie’, besluit Frank Boorsma trots.