Vandaag het tweede interview met woonwagenbewoners in een serie van verslaggever Yves Crijns.
De aanleiding voor deze aandacht is het vorig jaar gepubliceerde Beleidskader voor het gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid. Daarin staat een aantal adviezen waar gemeenten nu gehoor aan moeten gaan geven.
Gemeenten moeten inventariseren of er behoefte is aan woonwagenstandplaatsen. Als daar veel vraag naar is, moeten zij er iets mee doen. Een woonwagenbewoner moet binnen redelijke termijn kans maken op een standplaats. De afbouw van standplaatsen, iets wat veel gemeenten hebben gedaan de afgelopen jaren, is niet meer toegestaan. Daarom houdt Haarlem105 in de gaten wat de ontwikkelingen zijn.
Verlangen
Jan van Zeeland en Sjoukje van Zeeland-Lakeman wonen in de Amsterdamsebuurt. Al vele jaren, maar toch voelen zij zich niet helemaal prettig. Sjoukje is geboren woonwagenbewoonster, Jan niet, maar is door zijn schoonfamilie dat bijna geworden. Ondanks jarenlange pogingen van schrijven en praten met de gemeente, lukt het maar niet om een standplaats te bemachtigen. Yves Crijns ging op bezoek bij Jan en Sjoukje om erachter te komen hoe het is om een woonwagenbewoner te zijn.
Woonwagenbewoners kenmerken zich door hun strikte regels omtrent hygiëne (in het huis/de wagen) en de warme gastvrijheid voor iedereen. Bij Jan en Sjoukje thuis is het niet anders. Sjoukje komt uit de echte reizigersfamilie Lakeman, die al meerdere generaties rondreizen. Haar vader Willem reisde een groot deel van zijn leven door Europa als acrobaat/slangenmens. In latere jaren reisde hij alleen nog maar in de zomer met zijn zelfgebouwde houten woonwagen en tractor (zie fotoâs).
Discriminatie
Sjoukje vertelt dat zij meerdere banen heeft gehad in haar leven. Altijd deed zij haar best om niet te laten blijken dat zij van het kamp kwam. Ze vertelde nooit haar precieze adres tegen collegaâs of werkgevers, omdat ze wist dat mensen geen begrip zouden hebben. Toen Sjoukje net twee maanden bij wasserij Rookmaaker aan de Kampersingel werkte, kreeg ze woorden met een collega. Die schold haar uit voor âvuile kamperâ. De baas hoorde dit en riep Sjoukje op kantoor, zij werd direct op staande voet ontslagen. De baas wilde geen âkampersâ in zijn bedrijf.
Jan is geen geboren woonwagenbewoner, maar schoonvader Willem Lakeman beschouwde hem als zijn zoon. Voor Jan is de woonwagen ook thuis geworden. Het liefste wil hij met zijn kinderen en kleinkinderen bij elkaar staan op een kamp met vier wagens. Waar in Haarlem maakt niet echt uit, als ze maar niet worden weggestopt in een verdomhoekje. Volgens Jan zijn er genoeg plekken in Haarlem waar ruimte zat is voor kampen.
De familie Van Zeeland heeft afgelopen herfst een paar weken in caravans gebivakkeerd in de Slachthuisbuurt om aandacht te vragen voor het huisvestingsprobleem. Jan en Sjoukje zijn op zich positief gestemd over de gemeente, maar zij willen nu wel binnen afzienbare tijd concrete toezeggingen. Als die niet komen gaat er weer actie gevoerd worden, waarschuwt Jan, en dan gaan ze des noods op de Grote Markt staan met hun caravans.