Je hebt flink wat zeebenen nodig om de deinende zee de baas te zijn. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) houdt vandaag haar open dag en dat betekent dat alle donateurs een stukje mee mogen varen op het reddingsschip. Bij sommigen levert dat natte broeken op.
De KNRM is financieel afhankelijk van giften, legaten en donaties. Daarom zetten ze een keer per jaar al hun weldoeners in het zonnetje door ze mee te laten varen met hun reddingsschip.
“Zo’n dag is belangrijk voor ons”, zegt Hein Schrama plaatsvervangend schipper van de KNRM. “We doen financieel alles zelf. We krijgen geen overheidssubsidie. We moeten het dus hebben van giften, donateurs en legaten. Deze dag is een bedankje voor onze donateurs en om te laten zien: dit is het werk dat we doen dankzij jullie.”
Eerste keer
Omdat de man van Nikkie van Essen een van de dertig vrijwilligers is bij de Redding Maatschappij is het voor haar leuk om een mee te varen. “Dit is de eerste keer voor mij, het kon steeds niet door corona.”
Vooral tijdens de zomer rukt de boot uit en ze is er inmiddels helemaal aan gewend dat haar man wordt opgepiept. “We zijn er op ingesteld. Als zijn pieper gaan is het van: dit en dat heb je nodig. Nou succes ermee en gaan.”
Droge broek
Ze vindt het leuk om nu zelf een keer mee te varen en ze heeft een droge broek gehouden. “Ik had inside information waar ik ongeveer moest gaan staan om geen natte sokken te krijgen”, lacht ze.
Iedereen die zeker geen droge broek heeft, is Mariet van den Boogaard. “Och wat was dit leuk. Ik stond heel even met mijn been buiten het stuurhuis en hup, een plas water tegen mijn been. Mijn broek is behoorlijk nat. Nu snel naar huis een kop thee drinken en een droge broek aantrekken”, aldus Mariet.
De KNRM rukt ongeveer veertig keer per jaar uit om onder andere stuurloze zeilboten te redden, afgedreven suppers terug te halen of meehelpen met vermiste zwemmers.
Het onderlinge teamverband is belangrijk, volgens Schrama, omdat sommige situaties heftig kunnen zijn voor de vrijwilligers. “Het hele team heeft dan ook veel steun aan elkaar en we krijgen de nodige mentale ondersteuning. Los daarvan is het dankbaar werk. Fijn om nu wat terug te kunnen doen”, aldus Schrama.