“Ze noemen het ook wel de strontarmada”, lacht Schipper Rob Ligtenberg. Het is de 50ste editie van de strontrace, vanuit Friesland trekken ouderwetse skûtsjes richting de bollenstreek met aan boord zakken mest. “Vroeger was er een overschot aan mest in Friesland en een tekort in de bollenstreek, dat betekende handel”, vertelt Ligtenberg. Hij vaart met het skûtsje ‘de nooit volmaakt’ mee met de race.
Vroeger was het nog de Zuiderzee die gepasseerd werd, tegenwoordig steken ze het IJsselmeer over tijdens de race. “Het was vroeger gevaarlijker dan nu, maar ook vroeger was het voor de schippers een race. Hoe eerder je aankwam, hoe meer men bereidt was te betalen voor de mest. Onze voorouders raceten dus ook zo snel als mogelijk naar de bollenstreek”, vertelt Ligtenberg.
Vroeger werd er ook al zo min mogelijk gestopt onderweg, daarom gaan Ligtenberg en zijn team nu ook door in het donker. “Wij slapen twee nachten niet”, lacht de 73-jarige Harry van der Staaij. “Het verhaal van de strontrace is dat van mijn ouders en grootouders, die deden dit echt als beroep”, zegt Van de Staaij. Ondertussen staat hij te genieten op het schip. “Straks komen we aan bij de oudste sluis van Europa in Spaarndam, het is toch geweldig”, jubelt hij.
Aangekomen bij de sluis is het een drukke bedoeling met vrienden en familie van de opvarende. Er is traditioneel erwtensoep maar Van der Staaij geniet vooral even van de gezelligheid voordat hij samen met het team weer verder moet.
Tijdens de race varen twintig skûtsjes mee. Op maandag begint iedereen in Workum, Friesland, om 13:00 uur. woensdag komt iedereen laat in de avond aan in Warmond, ook in Friesland. Onderweg passeren ze Amsterdam en leveren ze een symbolische vracht af in de Bollenstreek om via Haarlem en Spaarndam weer terug richting Friesland te varen. In de vrije klasse waar de ‘nooit volmaakt’ aan mee deed, kwamen ze als eerst aan en sleepte de overwinning binnen.
“In Haarlem staan altijd veel mensen langs de kant te kijken. Het is echt één van de leukste steden om te passeren”, zegt Ligtenberg. Samen met de bemanning probeert hij zeilend door de stad te komen, waar andere teams ervoor kiezen om het anders te doen. “Het is allemaal op mankracht. Sommige bomen het schip voor andere trekken het vanaf de kant”, legt Ligtenberg uit. Bomen is een term voor het voortduwen van het schip met een lange paal zoals de gondels in Venetië, alleen dan minder romantisch.
“Wij doen het liefst zoveel mogelijk op de wind, de rest kost ons te veel kracht”, vindt Ligtenberg. Het historische erfgoed waar hij mee vaart wordt normaal gebruikt voor toerisme. “Dit avontuur is voor mij de afsluiting van het seizoen, nog één keer plezier maken met mijn schip.”