In het bisdom Haarlem-Amsterdam zijn er steeds minder mensen die de eerste communie doen.
In 2017 deden meer dan de helft minder mensen de heilige communie dan in 1997. Dit geldt ook voor doopsels en vormsels. De algehele kerkgang liep met eenzelfde snelheid terug. Haarlem105 ontving onderzoeksresultaten van het Kaski, een sociaal-wetenschappelijk instituut dat onderzoek doet naar godsdienstige ontwikkeling. Het Kaski is onderdeel van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radbout Universiteit.
Op Hemelvaartsdag en de weekenden daaromheen doen katholieken traditiegetrouw de eerste heilige communie. Op dat moment ontvangt de communicant voor het eerst de hostie. Meestal doen kinderen rond de 7 jaar oud hun eerste communie. Rond de 12 jaar volgt dan het vormsel, op dat moment kiest het kind officieel voor de katholieke kerk.
De eerste communie wordt nog maar door 1650 mensen gedaan. In 1997 deden 3885 personen de communie. Elke vijf jaar daalt het aantal communicanten met enkele honderden. Dezelfde trend is te zien bij andere kerkelijke rituelen zoals de doop, het vormsel en het huwelijk. In 2017 werden er nog maar 200 huwelijken voltrokken in de katholieke kerk, ten opzichte van 1077 twintig jaar eerder. Dit is meer dan 80 % minder.
Het bisdom Haarlem-Amsterdam beslaat de provincie Noord-Holland en het zuidelijk deel van de Flevopolder. Het bisdom kent in 2017 24.700 kerkgangers op een bevolking van ongeveer 3 miljoen. Met een kerkganger wordt iemand bedoelt die elke zondag de kerkdienst bezoekt. In 1997 kende het bisdom nog 56.200 kerkgangers, een daling van 56 %.