Als heer van Pavia was Galeazzo Visconti berucht om zijn martelpraktijken en afpersingen. Maar ook stichtte hij de Universiteit aldaar en maakte hij van zijn hof een bruisend cultureel centrum.
Dit inspireerde La Fonte Musica om de aan Visconti opgedragen ballades te verpakken in een eigentijds concertprogramma.
In de traditie van de Franse ars nova en ars subtilior zingt La Fonte Musica de liefdesliederen die Ciconia, Zacara en Bartolino toewijdden aan Visconti. Deze blinken uit in hun uitdagende melodieën en ritmiek en laten de laatmiddeleeuwse verfijning aan het hof van Visconti horen. In de interpretatie van deze laatmiddeleeuwse muziek focust La Fonte Musica zich op de Italiaanse Trecento, de periode die wordt beschouwd als het begin van de renaissance in de kunstgeschiedenis.
La Fonte Musica is gespecialiseerd in de uitvoering van laatmiddeleeuwse muziek, waarbij filologisch onderzoek een grote rol speelt. Daarnaast bestudeert het ensemble de wortels van de middeleeuwse polyfonie, evenals de diepere betekenis van de teksten en de muzikale keuzes in de composities. De naam La Fonte Musica heeft betrekking op een fontein, die metaforisch is voor de middeleeuwse poëzie als een plek van leven en herleven en een symbool van plezier.