Ruim tachtig mensen stonden te wachten om naar binnen te gaan. Zij benutten gisteren tijdens ‘Open Joodse Huizen’ voorlopig de laatste kans om het joods gemeentegebouw in de Lange Wijngaardstraat te bewonderen. Het inmiddels vervallen gebouw diende tot het einde van de Tweede Wereldoorlog als centrum voor de joodse gemeenschap in de stad en wordt de komende jaren in ere hersteld.
“Helaas, u moet nog even buiten wachten”, zegt een medewerker bij de ingang. “Er mogen maximaal vijftig mensen tegelijk binnen zijn van de brandweer. U moet dus een half uurtje wachten op de volgende rondleiding.” De wachtenden horen de mededeling aan en installeren zich voor een moment van rust in de stralende zon.
“Nergens had je eind negentiende eeuw zo’n joods gemeentegebouw met zoveel functies”
Marije du Pau, Stadsherstel Amsterdam
Binnen worden de eerste vijftig mensen opgevangen door kunsthistoricus en kenner van het gebouw Wim de Wagt die mede de rondleidingen verzorgd. Ook Marije du Pau van Stadsherstel Amsterdam is aanwezig. Deze monumentreddende organisatie zal het pand de komende jaren opknappen.
Tekst gaat door onder de foto.
“Dit is een uniek pand in Nederland”, vertelt Du Pau. “Nergens had je eind negentiende eeuw zo’n joods gemeentegebouw met zoveel functies. Zo werd er vergaderd, was er een kleine synagoge, kinderen kregen er joodse les en er werden feesten gevierd. Het was uniek.”
Begin dit jaar maakte Haarlem 105 deze reportage met Wim de Wagt. Tekst loopt door onder de video.
De groep geïnteresseerden heeft zich inmiddels in een van de ruimtes geposteerd waar De Wagt zijn rondleiding begint. Hij spreekt over de functie van het gemeentegebouw en geeft uitleg bij foto’s van rabbijnen. Door de sfeer en verhalen lijkt het pand weer even tot leven te komen.
“Die mensen zijn er dus niet meer, dat geeft kippenvel”
Anneke Idema, bezoeker
“Tot aan 1942 diende het gebouw”, vervolgt De Wagt in een van de twee grote zalen. “Vanaf het voorjaar verdwenen alle joden uit de stad, of ze doken onder. Zo ook de bewoners van de naastgelegen conciërgewoning, waar het echtpaar Zilversmit met hun dochter Friederika woonden.”
Op de onderstaande foto staat De Wagt bij een foto van Friederika, waarschijnlijk gemaakt op diezelfde plek bij dat raam. Haar echtgenoot David Goud maakte foto’s waarvan er een aantal bewaard zijn gebleven. Drie weken voor hun deportatie verloofden ze en in Kamp Westerbork trouwden ze. Geen van hen zou de oorlog uiteindelijk overleven.
De groep hoort het verhaal aan. Eén van hen is Anneke Idema: “Je ziet de foto’s en intussen denk je: die mensen zijn er dus niet meer. Wat moet er toch een angst zijn geweest voor die mensen. Dat geeft wel kippenvel.”
“De plafonds zijn zes meter hoog en op de muren zit nog het originele behang uit 1888”
Wim de Wagt, kunsthistoricus
Juist om die verhalen levend te houden wordt het pand en de monumentale onderdelen in ere hersteld. Na de Tweede Wereldoorlog is het gebouw verkocht aan de gemeente. Nadat de verkeerspolitie er huist, komen er, gedoogd door de gemeente, vanaf de jaren 70 krakers in.
“Toch ademt het pand nog de grandeur van wat het ooit was”, zegt De Wagt, staand in de mooiste ruimte van het gebouw. “De plafonds zijn ruim zes meter hoog en op de muren zit nog het originele behang uit 1888.”
“Dit is heel bijzonder en een van de mooiste stukken van Haarlem”, zegt Ben Blocq die geïnteresseerd is in joodse erfgoed. “Je kijkt in het verleden. Het is heel bijzonder om te beseffen wat hier allemaal heeft plaatsgevonden en wat er niet meer is. Je voelt wat je mist.”
In ere hersteld
“In 2025 moeten de herstelwerkzaamheden klaar zijn”, besluit Du Pau. “Stichting Joods gemeentegebouw Haarlem gaat de zalen in gebruik nemen. Daar komt een cultureel educatief centrum met een tentoonstelling over het joodse leven in Haarlem. Daarnaast komen kantoorruimte en vijf appartementen. We hopen dat alles in 2025 klaar is. En, mochten er mensen geïnteresseerd zijn in wat we doen: we zijn nog op zoek naar fondsen die mee willen helpen het pand in ere te herstellen.”
Tekst gaat door onder de foto.
De Wagt is intussen klaar met de rondleiding en wijst iedereen de uitgang. Onder de indruk wordt er zacht nagepraat. De Wagt snelt naar zijn tas, haalt er een broodje uit en begint te eten. Maar veel tijd voor de lunch heeft hij niet, buiten staan de belangstellenden alweer te dringen om naar binnen te gaan.