De provincie Noord-Holland wil vanaf 2015 de structurele subsidie aan Landschap Noord-Holland (LNH) geleidelijk afbouwen.
De middelen die hierdoor vrijkomen, gaat de provincie besteden aan natuurbeheer. Voor een aantal werkzaamheden blijft LNH nog wel geld ontvangen van de provincie. De provincie heeft al diverse boekjaarsubsidies op een aantal beleidsterreinen afgeschaft. Ook in de groene sector is de provincie daarmee begonnen. De provincie wil als subsidieverstrekker alle natuurbeherende organisaties op dezelfde manier behandelen.
Bovendien stopt de provincie met de subsidiëring van werkzaamheden van LNH die geen relatie hebben met provinciale natuurdoelstellingen en waar andere natuurbeherende organisaties ook geen provinciale subsidie voor krijgen. Het betreft onder andere het houden van toezicht in natuurgebieden en het financieren van personele inzet van LNH bij diverse natuurprojecten.
LNH blijft, net als andere natuurbeheerders, van de provincie wel geld ontvangen voor de uitvoering van het natuurbeheer via het Stelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL). De middelen die vrijvallen als gevolg van de jaarlijkse korting op de boekjaarsubsidie worden toegevoegd aan het SNL-budget. Het totale beschikbare budget voor natuurbeheer neemt hierdoor toe. Dit is nodig, omdat er in Noord-Holland steeds meer natuurgebieden worden aangelegd en de beheerlasten dus ook stijgen.
Ook continueert de provincie haar bijdrage voor een aantal specifieke projecten van LNH, zoals natuuronderzoek en de stimuleringsregelingen voor soortenbescherming en landschapselementen die LNH op verzoek van de provincie uitvoert. De afbouw begint in 2015. Per 2018 zal de provincie de boekjaarsubsidie beëindigen en resteert, naast de vergoedingen vanuit SNL voor natuurbeheer, voor dat jaar een bijdrage van circa 760.000 euro.