De rechtbank Noord-Holland heeft twee jongens en twee jonge mannen veroordeeld tot gevangenisstraf en taakstraffen, omdat ze ouderen hebben opgelicht door babbeltrucs. De oplichting vond plaats in Haarlem, Bloemendaal, Krommenie en Uithoorn, meldt de rechtbank.
Zeker 16 ouderen in deze plaatsen, tussen de 69 en 92 jaar oud, werden het slachtoffer van de jongemannen. De verdachten belden de slachtoffers op, waarbij ze zich voordeden als medewerkers van PostNL. De boodschap was dat er een pakket bij het desbetreffende slachtoffer bezorgd zou worden voor één euro. Daarop belde steeds één van de jongemannen bij een slachtoffer aan, terwijl hij deed alsof hij een bezorger van PostNL was. Betalen kon alleen door te pinnen. Het slachtoffer moest zijn bankpas tegen het apparaat aan houden, dat eigenlijk een telefoon was, en zijn pincode intoetsen. Ongezien verwisselde de ‘bezorger’ de bankpas vervolgens voor een andere pas.
Met de gestolen bankpassen hebben de jongemannen daarop geld opgenomen bij geldautomaten. Ook betaalden ze ermee in winkels. De gestolen bedragen variëren van honderden euro’s tot een paar duizend euro.
Kwetsbare slachtoffers
De rechter oordeelde dat het is bewezen dat de vier jongemannen nauw en bewust bij de oplichting hebben samengewerkt, evenals bij de pintransacties. Volgens de rechter hebben de daders bewust ouderen als slachtoffers uitgekozen: het zijn kwetsbare personen, zeker in deze coronatijd, waarin ze afhankelijk zijn van anderen. De rechtbank vindt dat de jongemannen van die kwetsbaarheid grof misbruik hebben gemaakt. Daarbij rekent de rechter het de verdachten zwaar aan dat de oplichting bij slachtoffers thuis gebeurde, de plek waar zij zich veilig zouden moeten voelen.
Veroordelingen
De rechtbank heeft een 19-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan zes voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Verder moet hij zich laten begeleiden door de reclassering. Deze man had een leidende rol in het geheel. Hij zou weinig over de incidenten hebben losgelaten: de rechter vindt dat dat op een berekenende houding wijst.
Een 17-jarige jongen en een 18-jarige man (die minderjarig was ten tijde van de meeste gepleegde feiten) hebben een voorwaardelijke jeugdgevangenisstraf van drie maanden gekregen, met een proeftijd van twee jaar. Deze jongemannen hadden bij de oplichtingen een uitvoerende rol; ze hebben aan de rechter het nodige over de incidenten verteld.
Een jongen van 17 jaar is veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur. Ook hij voerde opdrachten uit en heeft aan de rechter openheid van zaken gegeven. Een vijfde verdachte is vrijgesproken: volgens de rechter kon niet worden bewezen dat hij bij de oplichting betrokken was.
De meeste slachtoffers hebben de schade inmiddels vergoed gekregen van de bank.