Thuiswerken als instrument om dagelijkse files tegen te gaan is een mislukking. Dat schrijft De Telegraaf woensdag.
Het aantal werknemers dat af en toe op een andere plekwerkt nam de afgelopen jaren toe van 27 tot 32 procent, maar ze doen dat vooral op tijden buiten de spits, blijkt uit een onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Thuiswerken gebeurt voornamelijk in geval van overwerk, dus buiten de gewone werktijden.
Uit het onderzoek blijkt ook dat er een natuurlijke grens zit aan de hoeveelheid tijd per week dat de beroepsbevolking kan en wil thuiswerken. Die ligt tussen de 1 en 2 dagen per week. De beperking aan thuiswerken heeft te maken met zichtbaarheid op het werk, verminderd onderling vertrouwen bij werken op afstand en beperkte mogelijkheden in het houden van onderling contact.