Buitenlandse toeristen druppelen langzaam Haarlem weer binnen. De Nederlandse dagjesmensen wisten de hoofdstad van Noord-Holland de afgelopen maanden al te vinden. Ook in de Grote of Sint Bavo kerk op de Grote Markt merken ze dat het aantal buitenlandse bezoekers toeneemt: “Je hoort al Duits en Frans en net hadden we de eerste Spanjaarden.”
Nog geen omzet
In een winkel waar Haarlemse souvenirs verkocht worden, merkt verkoopster Jenny achter de toonbank dat er meer toeristen rondlopen. De winkel is sinds half mei weer open en was vanaf december helemaal gesloten. “Kijk”, zegt Jenny terwijl ze naar buiten wijst. “Alleen al aan de Duitse kentekens die je voorbij ziet komen, merk je dat er alweer meer bezoekers naar Haarlem komen’.
Toch bestaat het grootste deel nog uit dagjesmensen uit eigen land. En dat zijn juist de mensen die niet heel veel kopen. De ‘big spenders’ zijn volgens Jenny vooral Aziaten en Amerikanen: “Die kopen dure spullen en letten veel minder op de prijs. Nederlanders nemen bijvoorbeeld alleen maar een magneetje.”
De eigenaar van de winkel is Adriaan Betjes, hij is ook fabrikant van souvenirs. Hij levert aan de Zaanse Schans, Volendam en verschillende kustplaatsen. Bij zijn leveranciers merkt hij nog weinig optimisme. “De winkelier bestelt nog niets. Ik heb vanaf maart vorig jaar geen nieuwe bestellingen gehad. De verwachting is nu september, als hopelijk iedereen is ingeënt.”
Iets meer optimisme is er op straat bij de VVV. Caroline Weill – Cupin vertelt dat de toeristenstroom langzaam op gang komt. “Gemiddeld hebben wij nu zo’n honderd tot honderdvijftig bezoekers per dag.” Dat zijn wel overwegend Nederlandse bezoekers.
Eerste Spanjaarden
In de Grote Bavo lopen mensen met hun rugzak in en uit. Vrijwilligster Winny rept enthousiast dat ze vorige week de eerste Spanjaarden en Italianen heeft verwelkomd: “Haarlem is zo’n mooie stad. Alle toeristen zijn er weer helemaal welkom. Ik kan echt niet wachten totdat het weer helemaal vol staat. Ik heb de drukte en gezelligheid gemist. Sommige mensen vinden rust fijn, maar ik houd van drukte. Ja, ik ben een mensenmens.”