Opnieuw is een Haarlemse wethouder in de knoei gekomen door zijn omgang met de coronaregels. Jur Botter (D66) is op vakantie in Turkije terwijl voor dat land een negatief reisadvies voor toeristen geldt. “Ik ben er ten onrechte van uitgegaan dat de reismogelijkheden zouden worden versoepeld”, laat hij in een verklaring weten.
Botter pakte zijn koffers naar het rivierplaatsje Dalyan toen zijn collega Michel Rog (CDA) nog aan het bijkomen was van een debat over coronaregels, dat hij een paar dagen ervoor ternauwernood overleefde.
Rog had zich als wethouder zeer kritisch uitgelaten over de coronapas. Ook wilde hij als wethouder zonder QR-code een wijkraadsvergadering bijwonen. Na excuses en een motie van afkeuring van de coalitie mocht hij alsnog aanblijven.
‘Advies is maar een advies’
Twee dagen later reisde collega Botter af naar Turkije. Zoals veel Nederlanders in deze herfstvakantie redeneert de D66’er dat een reisadvies ‘maar een advies is’.
Maar onder andere raadslid Moussa Aynan (Jouw Haarlem) wijst de bestuurder erop dat wethouders een voorbeeldfunctie hebben. “Vooral na het scherpe debat van afgelopen donderdag had ik verwacht dat het college wel een les had geleerd. Ik vraag me af waar jullie morele kompas is gebleven?”
Commotie
Botter heeft vanochtend een verklaring afgegeven op zijn Facebook-account vanuit Turkije. De reis is volgens hem meer dan vakantie omdat hij terugkeert naar vrienden waarbij het volgens hem ‘voelt alsof het familie is’. Belangrijker is volgens hem dat de reis al lang in de planning stond. “Ik ben er ten onrechte van uitgegaan dat de reismogelijkheden zouden worden versoepeld.”
Hij zegt de commotie te betreuren en meldt dat hij alle voorzorgsmaatregelen heeft getroffen en mondkapjes draagt. En hij onderschrijft volledig het overheidsbeleid wat betreft corona.
Kwetsbaar
Maar ook erkent hij dat het niet handig was om op zijn Facebookpagina foto’s en verhalen te plaatsen van zijn reis. “Omdat het je als wethouder extra kwetsbaar maakt en omdat je een voorbeeldfunctie hebt. Er zullen altijd mensen zijn die dit ‘oppikken’.”
Botter zegt ook geen moeite te hebben om publiek verantwoording te moeten afleggen. En mensen moeten wat hem betreft beseffen dat wethouders ook een privéleven hebben. “Ik heb niets te verbergen. Verder maak ook ik fouten, net als iedereen. Maar naast wethouder ben ik ook maar een mens.”