De oudste verzekeringsmaatschappij van Nederland, gevestigd in de Korte Begijnestraat in het centrum van Haarlem, bestaat niet meer. José Groot, directeur van De Onderlinge van 1719, heeft alle uitvaartpolissen inmiddels overhandigd aan ASR die het overneemt.
Ruim driehonderd jaar geleden werd de levensverzekeringsmaatschappij opgericht. Het was een algemene begrafenisverzekering wat in die tijd bijzonder was. “Als je een ambacht leerde dan werd je opgeleid als leerling in een gilde”, begint Groot. “Die gildes waren fondsen voor ziekte en dood en daarmee was je automatisch verzekerd. Zat je niet in zo’n gilde, dan kon je dat niet regelen.”
Algemeen fonds
Volgens Groot wilde de burgemeester van Haarlem in die tijd een algemeen fonds waarbij iedereen die dat wilde zich kon verzekeren. “Het heeft toen uiteindelijk twintig jaar geduurd voordat het allemaal op papier geregeld was en dat is uiteindelijk De Onderlinge van 1719 geworden. Het was de eerste algemene verzekeringsmaatschappij waarbij iedereen zich kon aansluiten.”
Verslaggever Maurice Blaauw nam een kijkje in het pand waar De Onderlinge gevestigd was. Tekst loopt door onder de reportage.
Dat de maatschappij stopt, grijpt Groot aan. Ze is al sinds april 1997 werkzaam bij de maatschappij. “We zijn te klein om alle kosten die we hebben en die zullen groeien in de toekomst te dekken. Afgelopen vijf jaar hebben we geprobeerd om te groeien, maar dat is onvoldoende gelukt. Het is een goed moment om te stoppen nu we nog rijk genoeg zijn om dat op een nette manier te doen.”
“We vinden het belangrijk dat het pand open blijft voor het publiek”
– José Groot, directeur De Onderlinge van 1719
Groot bekijkt op dit moment samen met het team wat er met de documenten en het pand moet gebeuren. “Wellicht kunnen er spullen naar het Noord-Hollands Archief. En het gebouw wordt uiteindelijk verkocht. Het liefst aan iemand die hier een functie aan geeft die eer en recht doet aan het pand. We vinden het in ieder geval belangrijk dat het open blijft voor het publiek, maar dat is iets wat de toekomst zal uitwijzen.”
