In de toekomstvisie voor het stationsgebied in Haarlem tot 2040 staat dat de gemeente Haarlem en de provincie Noord-Holland ‘rekening houden met de mogelijke komst van een tram’. Denken ze serieus aan een terugkeer van dit vervoermiddel in de stad?
Volgens een woordvoerder van de provincie staat de tram in de toekomstvisie vermeld, omdat de gemeente en provincie een tram of lightrail in Haarlem in de toekomst ‘niet onmogelijk’ willen maken. “Er is nog wel extra onderzoek voor nodig.” Dit onderzoek richt zich op de ontwikkeling van het openbaar vervoer in Haarlem en omgeving tot 2040. Voor de periode tot 2030 bekijkt men hoe het huidige bussysteem verbeterd kan worden. Op de langere termijn (tot het jaar 2040) wordt de tram in ieder geval niet uitgesloten. “Voor de verbinding Haarlem-Schiphol/Amsterdam wordt gekeken naar de verschillende mogelijkheden voor bijvoorbeeld de tracés en het type vervoermiddel (waaronder de tram)”, schrijft de woordvoerder desgevraagd aan Haarlem105.
De eerste en de laatste tram in Haarlem
De eerste tram die in Haarlem reed, was een paardentram in 1878, op het tracé tussen het station en de Dreef. De elektrische trams op het traject Amsterdam-Zandvoort (de eerste Nederlandse elektrische tramlijn mét bovenleiding) bleven het langst door Haarlem rijden. Dit tracé werd in 1899 in gebruik genomen. De trams kwamen de stad binnen bij de Amsterdamse Poort en verlieten de stad bij de Leidsevaart. De laatste tram reed op 31 augustus 1957 door de stad. De tramlijn is daarna vervangen door een busdienst.