Pieter Arnoldus Cronjé 1835 – 1911
Foto Wikipedia Publiek Domein
Plaatsnaamkunde is de wetenschap die plaatsnamen opspoort en verklaart. Met een straatnaam worden straten, wegen, lanen en dergelijke aangeduid. Maar een straatnaam dient ook ter oriëntatie en voor het vormen van een adres. Haarlem105 gaat op zoek naar de historie en het verhaal achter straatnamen in Zuid-Kennemerland.
Door Ton de Groot
Open Street Map
Generaalsbuurt
De gemeenteraad van de gemeente Schoten, toen nog een zelfstandige gemeente, besluit in 1901 dat de straten in een deel van het Schoterkwartier worden vernoemd naar de helden uit de Zuid-Afrikaanse oorlog. Samen vormen zij de Generaalsbuurt. De eerste dwarsweg krijgt de naam Generaal Cronjéstraat. Het is dan nog een bescheiden winkelstraat op de grens met Haarlem ten noorden van het station. Het Schoterkwartier wordt snel volgebouwd en bevolkt door Haarlemse werklieden die in de stad geen woning kunnen vinden. In 1927 na de annexatie van de gemeente Schoten door Haarlem wordt de Generaal Cronjéstraat doorgetrokken en groeit uit tot een gezellige, drukke winkelstraat in de Transvaalwijk. “De Kalverstraat van Noord-Haarlem”, zoals men het toen noemde. In de winkels vindt je een uitgebreid assortiment aan producten in de vele speciaalzaken. De winkeliers die veelal boven hun zaak wonen, verdienen een goede boterham in de populaire straat. Veelal wonen zij boven de zaak maar naar mate het hen beter gaat verhuizen zij naar luxere woningen in de omgeving. Daarmee verdwijnt deels het chique karakter van de straat. Maar de Generaal Cronjé is nog steeds een hoofdwinkelstraat, de gemeente heeft de straat in elk geval zo bestempeld. Het winkelaanbod zou versterkt moeten worden. Maar doordat er steeds meer online gekocht wordt neemt de behoefte aan winkelruimte af. De woningnood zorgt voor een snelle stijging van de huizenprijzen. Dit maakt dat er winkeliers zijn die gebruik proberen te maken van de mogelijkheid om de winkel te verbouwen tot woning. De ondernemersvereniging vreest verstoring van het straatbeeld en wil de bestaande opzet behouden.
Generaal Cronjé
Pieter Arnoldus Cronjé speelt een belangrijke rol in de strijd tegen het Engelse leger in Zuid-Afrika aan het einde van de negentiende eeuw. Cronjé is in de Eerste Boerenoorlog succesvol als commandant. Wanneer de Tweede Boeren Oorlog uitbreekt krijgt Cronjé als generaal het commando over het Westelijke Boerenleger. Hij weet de Engelse opmars twee maanden te weerstaan maar de overmacht is te groot. Met zijn vierduizend soldaten capituleert hij. Hiermee valt een kwart van het totale Boerenleger in Britse handen. Een doorslaggevend verlies en een keerpunt in de strijd. De generaal wordt als krijgsgevangene overgebracht naar Sint-Helena. Na de oorlog keert hij terug naar Transvaal waar hij in 1911 overlijdt.
De Boerenoorlogen
Nederland heeft sinds het begin van de zeventiende eeuw in Zuid-Afrika bij Kaap de Goede Hoop een verversingspost. VOC-schepen kunnen er op hun reizen van en naar Indië verse goederen inslaan. Na de verovering van de verversingspost door de Engelsen trekken de Nederlanders naar het binnenland en stichten daar hun eigen republieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat. De onafhankelijkheid duurt niet lang als blijkt dat er in de Boerenrepublieken veel grondstoffen worden gevonden. Engeland is geïnteresseerd in die rijkdommen en besluit om de onafhankelijk republieken te annexeren. De boeren accepteren dat niet en mobiliseren hun leger. Na een aanvankelijk succes van de boeren stuurt het Verenigd Koninkrijk een groot leger en brengt de Boerenrepublieken definitief onder Brits gezag. In Nederland wordt het verloop van de oorlogen met belangstelling gevolgd. Wij voelen ons verwant met de voormalige landgenoten. In de loop van de tijd wordt dat beeld wel bijgesteld als de gevolgen duidelijk worden van de bezetting door Europese blanke legers voor de voornamelijk zwarte bevolking van Zuid-Afrika.
Apartheid
In de Britse kolonie “Unie van Zuid-Afrika” wordt de positie van niet-blanke Zuid-Afrikanen steeds slechter.
De ongelijkheid tussen de witte en zwarte bewoners krijgt een wettelijke basis met de invoering van de Rassenscheidingswetten. Zwarten en blanken krijgen elk hun eigen scholen, restaurants en openbare voorzieningen. Gemengde huwelijken worden verboden.
President De Klerk besluit in 1989 om samen met de vrijheidsstrijder Mandela te zoeken naar de beste manier om de apartheid te beëindigen. In 1994 wordt Mandela de eerste zwarte president van het nieuwe Zuid-Afrika.