Na de opkomst van pils verdwenen steeds meer traditionele brouwerijen in Haarlem. Toch hield brouwerij ’t Scheepje vast aan oude brouwtradities. Daardoor moest de brouwerij in 1914 uiteindelijk ook de deuren sluiten. Maar nu, ruim een eeuw later, brengen twee buurmannen de brouwerij weer tot leven.
Het originele pand van de brouwerij is inmiddels een woonhuis. De huidige bewoner, Paul Rutte, besloot samen met zijn buurman Lex Wertien de brouwerij nieuw leven in te blazen. “Het is een beetje uit de hand gelopen”, lacht Lex.
Van stroomkastje tot brouwerij
Het begon allemaal met het opknappen van een stroomkastje tegenover hun huis, vertelt Lex. “Paul kwam met het idee om het oude logo van brouwerij ’t Scheepje erop te zetten, en nu hebben wij de hele brouwerij weer tot leven gewekt.”
Bekijk hieronder de reportage:
Oude recepten, nieuw bier
De buurmannen doken in het Noord-Hollands Archief en vonden foto’s, oude recepten én de originele koopakte van de brouwerij. “Het is geweldig om zo’n stukje geschiedenis vast te kunnen houden”, zegt Paul enthousiast. Bij het doorzoeken van de recepten viel hun oog op een recept uit 1825. Samen met een stoombrouwer uit Uitgeest hebben ze dit recept aangepast naar een modern blond bier: de Boegbreker.
Brouwerij met een rijke historie
De geschiedenis van de brouwerij is overal terug te zien, zelfs in het pand. “Vroeger woonde je naast je brouwerij om oneerlijke concurrentie tegen te gaan”, legt Paul uit. “Veel oude brouwerijen in Haarlem hebben twee identieke huisjes naast elkaar, waarvan er eentje nét wat groter is.”
Ook op de Houtmarkt, waar ’t Scheepje zat, is dat het geval. Paul wijst naar een huis verderop. “Kijk, daar zie je precies hetzelfde. En vroeger zaten er aan het Spaarne veel brouwerijen.” Brouwerij ’t Scheepje verhuisde in 1608 naar de Houtmarkt, maar haar wortels gaan terug tot 1351, het jaartal dat ook in het logo staat.
Interieur in Amerikaans museum
Een opvallend stukje geschiedenis is dat het originele interieur van het oude woonhuis nu in een Amerikaans museum staat. “Ik ben daar ooit op bezoek geweest”, vertelt Paul met een glimlach. “Misschien stuur ik ze een paar flesjes bier op, leuk voor in de giftshop.”