Vorige week maakte ABN-AMRO bekend dat het aantal faillissementen in de horeca dit jaar waarschijnlijk zal stijgen. Ze verwachten dat in 2025 maar liefst 450 restaurants failliet zullen gaan. Rob Baltus, regiovoorzitter Noord-Holland van de Koninklijke Horeca Nederland, benadrukt echter dat dit niet alleen negatief hoeft te zijn, maar ook een natuurlijk proces weerspiegelt.
Volgens Baltus zijn er meerdere oorzaken voor de faillissementen. “De nasleep van corona zorgt ervoor dat ondernemers hun schulden niet meer kunnen aflossen, met sluiting als gevolg”, legt hij uit. Daarnaast spelen ook de stijgende energie- en inkoopprijzen en cao-lonen een grote rol. “Ik durf zelf ook niet vier euro voor een kop koffie te vragen terwijl dat eigenlijk wel zou moeten met de huidige prijzen”, zegt Baltus.
‘Natuurlijke selectie in de sector’
Ook Daan van Boerdonk, bestuurslid van Koninklijke Horeca Haarlem en eigenaar van Bobbi Bar Dancing, ziet restaurants in Haarlem verdwijnen. “Zo is onder andere La Cubanita van de Grote Markt vertrokken. Ook restaurant Olivijn is gestopt, dit was een keuze om faillissement te voorkomen. En zo zijn er nog wel een aantal bedrijven, over het algemeen kleine ondernemers, die geen faillissement hebben aangevraagd, maar er wel voor kiezen om te stoppen”, vertelt hij. “Maar voor de zaken die stoppen, komen er ook weer nieuwe bij. Het is niet zo dat de sector in Haarlem eronder lijdt dat het aanbod wat terugloopt.”
Baltus benadrukt dat faillissementen ook ruimte bieden voor nieuwe kansen. “Het is een natuurlijk proces. Er gaan ondernemers weg en er komen nieuwe starters met frisse ideeën die de markt overnemen. Sommige bedrijven die extra steun hebben gekregen, hebben het wat langer volgehouden. Nu moet het hele plaatje kloppen, anders red je het niet.”
Ruimte voor kansen
De sleutel tot succes? Volgens Baltus is dat meegaan met de huidige markt. “Horeca draait steeds meer om beleving. Goed eten kun je bij tachtig procent van de horecazaken krijgen, maar het gaat om meerwaarde: herkend worden, bijverkoop aanbieden en een unieke ervaring bieden. Dit soort bedrijven doen het veel beter”, legt hij uit. “Sommige bedrijven verloederen een beetje. Er is geen ruimte meer binnen de exploitatie om onderhoud te plegen. Ondernemers hebben keihard gewerkt om hun zaak draaiende te houden, maar redden het gewoon niet.”
Volgens Van Boerdonk is het voor nieuwe bedrijven lastig om in Haarlem te starten. “Er is in Haarlem heel veel horeca-aanbod. Mensen komen naar de stad met het idee dat er volop keuze is. Maar een nieuw bedrijf beginnen kan moeilijk zijn, zeker als je niet op een A-locatie zit”, legt hij uit. “In Haarlem heeft iedereen zijn vaste stekje. Als nieuwe zaak moet je het hebben van de dagjesmensen, goede marketing en de Haarlemmer echt voor je winnen.”