Auteur Roxane van Iperen staat morgenavond op het podium in de Haarlemse stadsschouwburg. Van Iperen werd bekend door haar boek ’t Hooge Nest, maar tijdens deze theateravond gaat het over haar essay ‘Eigen welzijn eerst’. Dit essay schreef ze in 2022 maar is volgens haar ‘relevanter dan ooit’.
Tijdens Haarlem Vandaag benadrukt Van Iperen dat ze de bezoekers geen ideeën wil opleggen: “Mijn hoop is dat als ik na afloop de lobby binnenloop mensen verhitte discussies voeren”, zegt Van Iperen. “Mijn mening is irrelevant, ik ben maar een poppetje dat een lijn uitlegt.”
Luister hieronder het hele interview terug. Tekst gaat verder onder het fragment
Volgens Van Iperen is haar essay weer relevant geworden na de uitslag van de verkiezingen op 22 november vorig jaar, waarbij de PVV een grote overwinning boekte met 36 zetels. Veel mensen waren verbaasd over de grote overwinning, maar Van Iperen niet. Zij zag het aankomen, had niet anders verwacht. De aanleiding beschreef ze al in haar essay.
Midden en flankpartijen
Van Iperen maakt onderscheid tussen de ‘middenpartijen’, zoals VVD en CDA en ‘flankpartijen’, bijvoorbeeld PVV en FvD. “Je hebt door de hele geschiedenis heen in ieder land vijf procent van de bevolking die op dit soort flankpartijen stemt. Het wordt pas interessant als de middenklasse, het grootste electoraat van Nederland, meegaat in de ‘flank-ideeën’.”
Volgens Van Iperen is de middenklasse de ruggengraat van de Nederlandse maatschappij. Die zou tekortgedaan zijn door ‘uitholling en privatisering van de publieke infrastructuur’. Van Iperen stelt dat we de afgelopen jaren veel te veel gefocust hebben op ons eigen succes.
Een stap terug
We moeten nu een stap terug doen om te kijken wat het probleem nou precies is, vindt de auteur. “Die stap slaan we vaak over maar hij is echt heel belangrijk omdat je dan gaat nadenken: welke waardes willen we delen en waar willen we als samenleving heen?”
Ze is in elk geval niet bang om haar standpunten te delen met een groot publiek zaterdag. “Ik heb al vaker op het podium gestaan en ben veel kritiek gewend”, zegt Van Iperen. “Als je over dit soort onderwerpen schrijft en je bent bang voor de reacties, dan moet je over een ander onderwerp gaan schrijven.”