Scholen konden de afgelopen jaren een beroep doen op de NPO-gelden om corona-achterstanden in het onderwijs in te lopen. Aan het eind van dit schooljaar stopt deze financiële steun. Ondertussen blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie dat de onderwijskwaliteit achteruit kachelt. Een aantal scholenkoepels in de regio maakt zich zorgen om uitval van leerkrachten, als er straks minder budget is. Hoe gaan scholen die klappen opvangen met nog minder financiële middelen straks? Haarlem105 spreekt hierover met twee grote scholenkoepels en de wethouder.
Stichting Twijs, de koepel met 33 scholen voor basisonderwijs in de omgeving Haarlem, was voorbereid op het stoppen van de steun. “Maar we vrezen wel voor keldering van de onderwijskwaliteit. Ik ben zeer te spreken over de kwaliteit van het onderwijs op het gros van onze scholen, maar er zit wel spanning op”, vertelt beleidsadviseur Maartje van der Helm. Vorige week bleek uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs dat steeds meer scholen onvoldoende scoren. Ook in Haarlem scoorden twee basisscholen een onvoldoende na een steekproef van de inspectie.
Lesuitval
“We waren heel blij met de NPO-gelden, want daarmee konden we een deel van de lesuitval voorkomen”, licht Van der Helm toe. “We zien uitval vooral bij scholen in Schalkwijk en ook een klein beetje in Haarlem-Oost. Dat heeft ermee te maken dat leerkrachten het soms spannend of lastig vinden om op scholen te werken met een complexe populatie. Er komt minder respons op vacatures op dat soort type scholen.” Minder geld betekent straks nog minder extra hulp om personeelstekorten aan te pakken.
“We waren heel blij met de NPO-gelden, daarmee werd een deel van de lesuitval voorkomen”
Maartje van der Helm, Twijs
Ook bij scholenkoepel Spaarnesant, met negentien scholen voor basisonderwijs, zijn zorgen om lesuitval. “Er is op sommige scholen minder capaciteit, dus dat betekent in sommige gevallen dat lesuitval straks minder makkelijk of niet kan worden opgevangen”, reageert bestuurslid Annette Wolthers. “Wij gaan terug naar onze streefformaties en proberen de bezetting rond te krijgen. Dat blijft lastig door het lerarentekort. Ook werken onze scholen samen en proberen zo gaten op te vullen. Tenslotte kijken we naar andere manieren om het onderwijs te organiseren, zodat het van een goed niveau blijft, maar dat je anders met de capaciteit van je personeel omgaat.”
Behoefte aan structurele steun
Van der Helm van Twijs pleit tot slot voor structurele middelen. “Al die versnipperde subsidiestromingen, dat is echt funest. Mensen waar je afscheid van neemt die je dan plotseling wel kan houden. Overheid, ga middelen structureel maken.”
Wethouder Bas van Leeuwen erkent dat het hier schuurt. “We zien dat scholen zuchten onder de administratie en regeldruk van alle tijdelijke subsidies van de afgelopen jaren, zoals de subsidie brugfunctionaris, de School en Omgevingsregeling en de subsidie basisvaardigheden. Hierdoor is het lastiger voor scholen om een continu programma te voeren en is het voor maatschappelijke partners waar scholen mee samenwerken, zoals sport- en cultuuraanbieders, op langere termijn onbekend waar ze aan toe zijn.”
“We zien dat scholen zuchten onder de administratie en regeldruk van alle tijdelijke subsidies van de afgelopen jaren”
Wethouder Bas van Leeuwen
Wat betreft de onderwijskwaliteit benadrukt hij dat de verantwoordelijkheid bij de scholen ligt, maar hij wil wel graag meedenken. “Zo financieren we vanuit het onderwijskansenbeleid de Verrijkte Schooldag, om met de gezamenlijke visie van de Kansencirkel naar het hele kind te kijken en scholen te verbinden aan het verrijkende aanbod van de maatschappelijke partners uit de buurt. Ook zetten we in op onderwijskwaliteit door kinderen met (een risico op) een taalachterstand zo goed mogelijk voor te bereiden op de basisschool. Dat doen we met voorschoolse educatie bij de peuteropvang. Deze initiatieven zetten we ondanks krapte in de budgetten, voort.”