Zelden zijn er meer humoristische schilderijen gemaakt dan in de Nederlandse Gouden Eeuw.
Ondeugende kinderen, dwaze boeren, malle dandyâs en drinkebroers, kwakzalvers, koppelaars, luie dienstmeiden en lustige dames â ze figureren volop in topstukken uit de Gouden Eeuw. De tentoonstelling De kunst van het lachen. Humor in de Gouden Eeuw biedt voor het eerst een overzicht van humor in de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst. Deze tentoonstelling is van 11 november 2017 tot en met 18 maart 2018 te zien in het Frans Hals Museum.
De tentoonstelling omvat circa zestig topstukken uit binnen- en buitenland van de hand van schilders als Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen, Judith Leyster, Adriaen Brouwer, Gerard van Honthorst, Jan Miense Molenaer en Nicolaes Maes. In De kunst van het lachen worden acht specifieke themaâs belicht waaronder liefde en lust, kattenkwaad en boertigheden. De tentoonstelling sluit af met autobiografische humor: beeldgrappen waarin de schilder zelf de hoofdrol speelt.
Daarnaast zal een kleine selectie getoond worden van de in de zeventiende eeuw razend populaire moppenboekjes, die de reputatie van de Hollanders als een bijzonder vrolijk en humoristisch volk onderstrepen.
Zelden zijn er meer humoristische schilderijen gemaakt dan in de Nederlandse Gouden Eeuw.
Ondeugende kinderen, dwaze boeren, malle dandyâs en drinkebroers, kwakzalvers, koppelaars, luie dienstmeiden en lustige dames â ze figureren volop in topstukken uit de Gouden Eeuw. De tentoonstelling De kunst van het lachen. Humor in de Gouden Eeuw biedt voor het eerst een overzicht van humor in de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst. Deze tentoonstelling is van 11 november 2017 tot en met 18 maart 2018 te zien in het Frans Hals Museum.
De tentoonstelling omvat circa zestig topstukken uit binnen- en buitenland van de hand van schilders als Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen, Judith Leyster, Adriaen Brouwer, Gerard van Honthorst, Jan Miense Molenaer en Nicolaes Maes. In De kunst van het lachen worden acht specifieke themaâs belicht waaronder liefde en lust, kattenkwaad en boertigheden. De tentoonstelling sluit af met autobiografische humor: beeldgrappen waarin de schilder zelf de hoofdrol speelt.
Daarnaast zal een kleine selectie getoond worden van de in de zeventiende eeuw razend populaire moppenboekjes, die de reputatie van de Hollanders als een bijzonder vrolijk en humoristisch volk onderstrepen.