De groei van Schiphol dreigt stil te vallen als er geen haast wordt gemaakt met de aanleg van een nieuw vliegveld bij Lelystad. Daarvoor waarschuwt Hans Alders zaterdag in NRC Handelsblad.
Schiphol loopt de komende jaren tegen zijn maximumcapaciteit aan, denkt de voorzitter van de Alderstafel, een adviesorgaan van het kabinet waarin de luchtvaartsector, overheden en omwonenden zitten. Hij is deze weken op tournee door Flevoland en op de Veluwe om draagvlak voor het nieuwe vliegveld te creëren. Vanaf 2017 moet daar kunnen worden gevlogen. Het gaat om goedkope (vakantie)vluchten.
Het kabinet en de Tweede Kamer moeten ‘alles op alles zetten’ om de procedures voor Lelystad voor het einde van dit jaar af te ronden, zegt Alders. ‘Anders ben je te laat, dan is er onvoldoende capaciteit om aan de vraag te voldoen.’ De politiek moet onder meer instemmen met de nieuwe vliegroutes en het luchthavenbesluit, dat de ontwikkeling van Lelystad wettelijk vastlegt.
Alders maakt zich ook zorgen over de vliegmaatschappijen die naar Lelystad moeten verhuizen, zoals Corendon en Arkefly. Die hebben veel bezwaren. Ze vinden de startbaan te kort, klagen dat ze geen nachtvluchten meer mogen uitvoeren en zijn bang dat hun klanten niet naar Lelystad willen. Schiphol, eigenaar van vliegveld Lelystad, moet ‘intensiever’ met de maatschappen gaan praten, zegt Alders.
Schiphol mag binnen de geluidsnormen 510.000 starts en landingen afhandelen. Meer vluchten verwerken levert te veel overlast op voor de omgeving. Maar prognoses voorspellen 580.000 starts en landingen in 2020. Daarom moeten 70.000 vluchten verhuizen: 25.000 naar Eindhoven en 45.000 naar Lelystad.