Drukke verkeersaders in Haarlem zorgen ervoor dat de stad een twijfelachtige prestatie heeft neergezet. Automobilisten staan volgens gegevens uit 2021 van de TomTom Traffic Index het langst in de file, zo’n 64 uur per jaar. Over een ritje van 30 minuten doe je gemiddeld 12 minuten langer. Leuk zo’n eerste plek, maar daar wil de stad natuurlijk zo snel mogelijk vanaf. Maar hoe?
De afgelopen jaren stond Haarlem altijd al hoog in de index als filestad, laat een woordvoerder van de gemeente weten. Die stelt dat de A9 een grote veroorzaker is van die drukte op de wegen in de stad. “De A9 maakt onderdeel uit van veel ritten van en naar Haarlem. Daarnaast spelen stremmingen zoals bij de Velsertunnel of werkzaamheden bij de A9 en de Buitenrustbruggen een rol.”
Tim Busscher, docent Infrastructuurplanning aan de Rijksuniversiteit Groningen, weet veel over de oorzaken van vastlopend verkeer in steden en hij heeft een simpele en een beetje Cruijffiaanse verklaring voor het fileleed in Haarlem. “Eigenlijk heeft het altijd te maken met te veel auto’s en te weinig weg om de auto op kwijt te kunnen.”
“Hey, dat rijdt lekker door, ik neem ook de auto”
Tim Busscher universitair docent
Meer weg
Maar of meer weg de oplossing is, is zeer de vraag. “Je kunt zeggen dat meer asfalt een kortetermijnoplossing is tegen files”, zegt Busscher. Maar voor de lange termijn gaat het niet werken, want dan zullen juist meer mensen de auto gaan pakken. “Mensen die eerst met het OV gingen, gaan nu met de auto omdat ze denken: ‘hey, dat rijdt lekker door’. Hierdoor krijgt die weg een aanzuigende werking en komt dan vanzelf weer vol te staan,” aldus Busscher.
Ook de gemeente denkt dat meer asfalt niet de oplossing is. Daar is simpelweg geen ruimte voor. Er moet dus dieper naar de problematiek worden gekeken. Daarom heeft de gemeente in september een mobiliteitsplan gepresenteerd, waarin naast veiligheid en mobiliteit ook wordt gekeken naar verkeersdrukte.
In det mobiliteitsplan krijgen voetgangers en fietsers prioriteit, wordt voor auto’s 30 km per uur de norm en speelt het OV een essentiële rol voor het in- en uitgaan van de stad. Auto’s, het liefst elektrisch, worden alleen gebruikt als het echt niet anders kan. Al die maatregelen bij elkaar zouden de filedruk flink moeten verminderen.
De route die verslaggever Michael reed, ging van een tankstation net buiten Haarlem aan de N205 over de Schipholweg, Rustenburgerbrug en de Kamperlaan naar de Heemsteedse Dreef. Doorgaans is er in spitstijd hier veel verkeer en opstoppingen, maar tijdens het opnemen van de video, viel het dus wel mee.
Volgens Tim Busscher is een norm van 30 kilometer per uur voor auto’s in de stad begrijpelijk, zeker als je het veiliger wil maken. “Maar het is niet dé oplossing voor de fileproblematiek. Theoretisch kun je wel zeggen: wegwerkzaamheden en ongevallen zorgen voor files. Wanneer je 30 rijdt, verkleint dat de kans op ongelukken en indirect dan dus ook op files.”
Heilige koe
Wat er wel moet veranderen, is ons eigen denkpatroon, vindt Busscher. “De auto is een soort heilige koe. Het idee dat alles met de auto bereikbaar moet zijn, was lang dominant bij veel ontwikkelingen. En dat zie je, ook in de gemeente Haarlem, nu wel veranderen.”
Tekst gaat door onder de foto.
Het is nu volstrekt logisch dat de auto naast je huis staat, maar het zou in de toekomst zomaar kunnen, denkt Busscher, dat je auto buiten de stad staat geparkeerd en je met de fiets of het OV tussen je huis en de (deel)auto pendelt. “In het OV is het heel normaal om na een trein- of busrit de fiets te pakken. Maar met de auto is dat nog steeds niet zo.”
“Natuurlijk is er hoop voor Haarlem”
Tim Busscher universitair docent
Maar voor het zover is, zijn we jaren verder. Busscher heeft nog wel enkele praktische tips. Zo kan je het verkeer meer over de dag proberen uit te smeren door bijvoorbeeld voor of na de spits te gaan rijden. En een andere route nemen zou ook kunnen.
Maar misschien hebben we hét belangrijkste medicijn tegen al het fileleed afgelopen paar jaar al lang en breed uitgevonden. “En dat is thuiswerken”, aldus Busscher. “Dat werkt veel beter dan we hadden durven dromen. Als het idee blijft dat je niet meer voor iedere afspraak fysiek hoeft samen te komen, dan werkt dat zeker ook voor Haarlem. Er is dus hoop.”