“Ik roep alle scholieren op om aanstaande vrijdag te spijbelen en te komen demonstreren bij het provinciehuis in Haarlem. Voor het klimaat en tegen Tata”, zegt de 17-jarige Haarlemmer Jonathan Hiep.
“Ik maak mij echt zorgen dat ik straks niet meer veilig in Nederland kan wonen”, vertelt Jonathan. Daarom organiseert hij een scholierenprotest tegen de Velsense staalfabriek Tata Steel. “Ik snap wel dat zij niet de enige oorzaak van het probleem zijn, maar de overheid heeft in het verleden niet of te weinig geluisterd naar de oproepen om iets tegen klimaatverandering te doen. Daarom geven wij met dit protest duidelijk aan wat wij anders willen”.
Het protest begint vrijdagmiddag om 13.00 uur en duurt naar verwachting een paar uur. Jonathan hoopt dat er een paar honderd demonstranten meedoen: “Als de politie het toelaat.” Hij wil de scholierenprotesten weer nieuw leven in blazen. Jonathan voerde eerder actie met ‘Fridays For Future’; een actiegroep van scholieren en studenten die voor corona erg actief was. “Dat heeft bij mij de vlam aangewakkerd”, zegt Jonathan.
Deze actiegroep wil Jonathan nu weer opnieuw activeren. “Er is nog te weinig gebeurd. Het gaat over onze toekomst, dus moeten wij wat doen”. Jonathan heeft door een flink deel van Haarlem posters opgehangen met de oproep om vrijdag naar het provinciehuis te komen.
“Bij mij op school is het klimaatweek en alsnog hebben ze daar mijn posters verwijderd, dus ik heb ze nu rond het schoolplein gehangen”, vertelt Jonathan. Dat de posters zijn weggehaald door het Rudolf Steiner College in Schalkwijk, vindt hij niet het ergste. “Ze hebben hier op school ook nog eens mensen van Shell en Tata uitgenodigd. Die komen vertellen wat zij doen voor het milieu. Dat is pure greenwashing”, zegt de scholier boos.
Om een tegengeluid te laten horen, protesteerde Jonathan – gewapend met een megafoon – deze week al in de aula van zijn school. Dat voelde als een generale repetitie voor de demonstratie komende vrijdag. “Misschien vond ik het zelfs wel spannender, omdat op school lang niet iedereen het met mij eens is.” Desondanks verwacht de 17-jarige dat hij vrijdag toch wel wat zenuwen voelt, als hij de demonstranten toespreekt.
Naast de zenuwen verwacht hij ook een heel ander gevoel. “Ik kan mij nog goed mijn eerste demonstratie herinneren. Ik was dertien en wij liepen een protestmars vanaf het Malieveld in Den Haag. Ik voelde zoveel strijdkracht om wat te doen tegen de klimaatverandering. Dit gevoel wil ik mensen vrijdag ook meegeven. Ik wil ze uiteindelijk inspireren om weer vaker te spijbelen van school en dan te protesteren voor onze toekomst.”