Plaatsing van windmolenparken dichtbij de kust, zoals het Rijk wil, leidt tot 200 miljoen euro minder inkomsten uit toerisme per jaar en een blijvend verlies van bijna 6000 banen.
Dat betogen wethouders van de gemeenten Zandvoort, Noordwijk, Katwijk en Wassenaar donderdag in een brief aan de ministers Henk Kamp van Economische Zaken en Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. De twee bewindslieden laten studies uitvoeren naar de realisering van windmolens tot op een zichtafstand van zes kilometer uit de kust omdat dit goedkoper zou zijn dan verder weg in zee. De kustgemeenten bestrijden dat. Ze claimen dat de besparing niet opweegt tegen de totale schade die ontstaat.
Volgens de wethouders zijn in de eerste berekeningen niet alle belangen evenwichtig meegewogen. Zij zeggen zich te baseren op eigen onderzoeken, waarin is becijferd tot welke omvang de economische schade van de plannen kan oplopen. De wethouders vrezen behalve economische schade fundamentele aantasting van de nationale identiteit van Nederland als kustland met vrij uitzicht op de horizon.
‘Het is een aanslag die de gehele Nederlandse kust bedreigt’, aldus de Zandvoortse wethouder Belinda Göransson. Zij schreef de brief samen met haar collega’s namens alle Nederlandse kustgemeenten en organisaties die zijn verenigd in het Platform Maritieme Windmolenparken.
