Foto Sint Jacobshuis
Beroemd, berucht of een verborgen parel in de regio. In de rubriek ‘Wist je dat?’ staat elke week zo’n gebouw, straat of plek in de schijnwerpers. Een interessante geschiedenis, iets wat je nooit verwachtte, of: ‘O, zit dat zo!’ Het kan allemaal. Vermakelijk & educatief, elke week wijzer over je eigen omgeving. Door Ton de Groot.
Bij het Rosenstock-Huessy Huis in de Hagestraat ligt het startpunt van een van de drie Nederlandse routes naar het Noord-Spaanse bedevaartsoord Santiago di Compostella.
Een bedevaart is een reis naar een plaats met een religieuze betekenis. Het is een traditie in alle vijf de grote religies. De hadj is de Islamitische pelgrimstocht naar Mekka en Joden bezoeken de Klaagmuur op de Tempelberg. Ook Hindoes en Boeddhisten vinden verdieping van hun geloof bij een bezoek aan een van de voor hen belangrijke bedevaartsoorden. In het christendom zijn bedevaartsplaatsen verbonden met verhalen uit de Bijbel.
Sint Jacob
In het noorden van Spanje worden in het jaar 814 de overblijfselen gevonden van Jacob, een van de twaalf apostelen. Hij is daar lang geleden begraven in een onbekend graf. De bisschop die het graf heeft gevonden werd naar het veld geleid doordat een ster er licht op scheen. Het “veld van de ster” is in het Spaans “Campus Stellae” en Sint Jacobus “Santiago”. Na de ontdekking groeit het kleine dorpje uit tot een van de bekendste bedevaartsoorden. Santiago di Compestella ontvangt honderdduizenden bezoekers per jaar.
In het Oude Testament staan al pelgrimages beschreven: de uittocht van het Joodse volk uit Egypte, de reis van de drie Wijzen uit het oosten en de apostelen die werden uitgezonden om het geloof te verkondigen. De eerste bedevaartgangers gingen naar het voorbeeld van de apostelen op pad zonder bezittingen, zij leefden in armoede maar werden altijd gastvrij ontvangen en aan voedsel en een slaapplek geholpen. Zij hadden geen vast reisdoel maar predikten hun geloof daar waar zij waren aangeland. Later werd gekozen voor een reis naar een bedevaartsoord.
Deelnemers
De bedevaartgangers gaan massaal op reis naar de verschillende bedevaartplaatsen in de overtuiging dat God hen daar zal helpen. Maar ook steeds meer niet-gelovigen ondernemen de reis. De een hoopt op genezing, de ander vraagt om een gunst of vergiffenis, weer anderen denken tijdens de tocht na over het leven of ervaren de verbondenheid met de natuur. Maar, al is het een persoonlijke ervaring, het geeft ook een gevoel van verbondenheid met alle anderen die onderweg zijn of de tocht al eerder hebben afgelegd.
Elke bestemming heeft een eigen symbool: voor Jeruzalem is dat een palmtak en voor Rome zijn het sleutels. Op weg naar Santiago di Compostella zijn de reizigers te herkennen aan de Jacobsschelp op hun kleding. Verschillende onderkomens langs de route hebben zo’n zelfde schelp aan de gevel, als teken dat de pelgrims daar welkom zijn. Tegenwoordig vaak tegen betaling maar bij het ontstaan van de bedevaart was bepaald dat voorbijtrekkende reizigers een slaapplaats en een eenvoudige maaltijd werd aangeboden. Langs de hele route waren kerken, kloosters en particuliere huizen waar rijk en arm gezamenlijk overnachten en aten.
Een stukje van de route
Het is niet voor iedereen weggelegd om drie maanden te gaan lopen naar Spanje. Steeds vaker wordt een deel van de route afgelegd, het gaat niet om het bereiken van de eindbestemming maar om de ervaring van de tocht: het ontdekken van een andere omgeving, genieten van de natuur en de stilte, alleen zijn, het gemeenschapsgevoel en kennismaken met lotgenoten. Deelnemers vertellen er enthousiast over.
Het Rosenstock-Huessy Huis, voorheen het Sint Jacobs Godshuis, werd gesticht in 1436 door het Sint Jacobsgilde. Het gilde werd gevormd door personen die al een pelgrimstocht hadden volbracht, zij stonden in hoog aanzien. In Haarlem ondersteunden zij de vertrekkende en passerende pelgrims en zij vereerden Sint Jacob.