Afgelopen zondag was het jaarlijkse concert van het Haarlems Symfonisch Blaasorkest in de Groenmarktkerk. Een concert met een extra feestelijk tintje, zo zou blijken. Verslaggever Mireille Doveren was erbij.
Na de Ouverture für harmoniemusik van Felix Mendelssohn speelt soliste Esther van der Ploeg het Concerto voor Oboe d’amore van Johann Sebastian Bach. De Oboe d’Amore, ook wel liefdeshobo genoemd, lijkt veel op de hobo maar is iets groter en heeft een diepere klank.
Er worden twee delen uit dit concert gespeeld, Largetto en Allegro. Esther ontvangt een staande ovatie na haar passievolle vertolking van dit oorspronkelijk voor Oboe d’Amore en (strijk)orkest gecomponeerde concert uit ongeveer 1720. Het is gearrangeerd voor blaasorkest door de dirigent van het orkest, Misha Sporck. Helaas moet hij verstek laten gaan wegens ziekte. Zijn vervanger is Rolf Hoogenberg.
Onedin Line
Hierna speelt het orkest het Adagio uit het ballet ‘Spartacus en Phrygia’ van Aram Khatchatrian. Dit prachtige melodische stuk werd later ook gebruikt voor de televisieserie The Onedin Line.
Als laatste stuk voor de pauze worden delen uit West side Story gespeeld; ‘Maria’ en ‘I feel pretty’ van Leonard Bernstein in een arrangement van John F. Pala. Het is hierbij moeilijk om stil in de kerkbank te blijven zitten.
Ad Hop eervol onderscheiden
Dan gebeurt er iets bijzonders. De burgemeester van Heemstede, Astrid Nienhuis stapt het podium op en neemt het woord. Zij roept de heer Ad Hop (90), klarinettist van het orkest naar voren. “Viel het u niet op hoeveel familieleden op de eerste rij zitten?”, vraagt ze. “Nou, daar verbaasde ik me al over”, zegt Ad.
Na lovende woorden van Nienhuis over onder andere zijn vrijwilligerswerk als secretaris van het HASBO van 1990 tot 2003 en vele andere bijdragen aan de gemeenschap ontvangt Adrianus Gerardus Hop de onderscheiding als Lid van de Orde van Oranje Nassau. Hop is duidelijk overvallen door deze bijzonder eervolle onderscheiding. “Jullie zijn allemaal stiekemerds!” spreekt hij zijn familieleden toe. “Ik zal deze koninklijke onderscheiding met trots dragen en ik ben er bijzonder blij mee!”
Mozart en Shakespeare
Als de kelen van de orkestleden en het publiek gesmeerd zijn wordt het programma vervolgd met ‘Romeo en Juliet’ van Peter Iljits Tsjaikovski. Dit stuk heeft de vorm van een fantasie-ouverture maar het is eigenlijk een symfonisch gedicht. Tjaikovski was een groot bewonderaar van Mozart en hij had grote belangstelling voor de werken van Shakespeare. Op aanraden van zijn leermeester en collega Balakirev schreef de Russische componist het stuk ‘Romeo en Juliet’. De amoureuze ontwikkeling van de twee geliefden wordt nogal gehinderd doordat ze uit twee verschillende families komen, die voortdurend met elkaar in onmin leven. Uiteindelijk loopt het niet goed af en kost het hun beider leven. Deze dramatische ontwikkeling is goed te horen in de muziek. Het donkere begin is een vooruitblik naar het noodlot. Hele drukke en snelle passages wijzen op de twee ruziemakende families. Het prachtige lyrische liefdesthema wordt in de muziekwereld zeer gewaardeerd. Zo ook door de concertbezoekers in de Groenmarktkerk.
Soliste op hobo, Esther van der Ploeg
Vervolgens speelt soliste Esther van der Ploeg voor de tweede keer deze middag met het HASBO. Concerto in A klein, deel 1 van Ralph Vaughan Williams in een arrangement van Ron Daelemans. Dit bijzonder romantische werk doet Esther van der Ploeg werkelijk prachtig klinken op haar hobo. De zeer snelle loopjes en fraseringen lijken haar moeiteloos af te gaan. Het samenspel met het orkest is ook goed hoorbaar én zichtbaar in het plezier van het samen mooie muziek maken.
Hierop volgen twee delen uit West Side Story: ‘One hand, One heart’ en ‘Cool’. Deze stukken worden met verve en swingend gespeeld door het orkest.
Liefdeslied
Het slotstuk is ‘Chansons d’amour’ van W. Shanklin. Het is een liefdeslied dat voor het eerst werd uitgebracht in 1958 in de Verenigde Staten door het echtpaar Art en Dotty Todd. Het nummer kreeg meteen groot succes. In Europa werd het nummer vooral bekend in 1976, nadat het opnieuw werd uitgebracht door de bekende zanggroep The Manhattan Transfer. In veel Europese landen bereikte het de top tien van populaire songs. De aantrekkelijke bewerking voor blaasorkest is van de hand van componist en arrangeur Johan de Mey. Het wordt wederom swingend en ritmisch uitgevoerd. Het enthousiaste publiek geeft het HASBO een daverend applaus met een staande ovatie.