Basisscholen die zijn overgestapt op een andere doorstroomtoets scoren dit jaar beter dan vorig jaar. Dat blijkt uit een nieuwe rapportage van de PO-Raad. De doorstroomtoets, die het schooladvies in groep 8 kan beïnvloeden, kwam eerder dit jaar onder vuur te liggen vanwege ophef rond basisschool De Molenwiek in Haarlem. Daar mochten ouders kiezen of hun kind de toets zou maken. Haarlem105 vroeg TWijs en Spaarnesant, twee van de grootste basisschoolbesturen in de regio, om een reactie.
Voor Maartje van der Helm, beleidsadviseur bij scholengroep TWijs, zijn de verschillen tussen toetsaanbieders ‘zeer ongewenst’. “Het heeft ons zeker onaangenaam verrast dat deze verschillen er zijn”, zegt ze. Scholen zijn volgens haar overgestapt van aanbieder, al had dat ook te maken met andere factoren. “Zo maakten alle scholen in het verleden de IEP eindtoets. Nu zien we ook scholen die voor de doorstroomtoets van Leerling in Beeld hebben gekozen vanwege de samenhang met het leerlingvolgsysteem.”
Van der Helm is voorstander van een toets die een juist beeld geeft. “Dat deze valide zijn, dus daadwerkelijk toetsen of bepaalde leerdoelen behaald zijn. Mogelijk dat één doorstroomtoets daar het antwoord op is, maar hier beraadt de sector zich over.”
Vrije keuze
Marten Elkerbout, bestuurder van Stichting Spaarnesant in Haarlem, is kritisch op de doorstroomtoets. “Iedereen die iets van toetsen weet, weet dat je een toets maar voor een doel tegelijk kunt gebruiken. Nu worden ze gebruikt voor selectie, bereikte leerresultaten en schoolverantwoording. Dat kan echt niet.” Binnen Spaarnesant bepalen scholen zelf welke toets wordt afgenomen. “Maar geen enkele school stapt bij ons over om de resultaten op te krikken. Daar is geen enkele reden toe, wij doen niets met de uitslagen bij het advies.”
Lees ook: Geen verplichte doorstroomtoets meer op drie Haarlemse scholen: ‘Slecht voor het onderwijs’
Zowel TWijs als Spaarnesant maken zich zorgen over de dubbele functie van de toets. “Voor het schooladvies wil je een realistisch beeld van een leerling”, zegt Van der Helm. “Maar omdat de toets ook wordt gebruikt om onderwijskwaliteit te meten, ontstaat een belang voor scholen om zo hoog mogelijk te scoren.”
Smalle opzet
Elkerbout noemt de toets ‘een medicijn met bijna alleen maar bijwerkingen’ en betreurt het dat de oorspronkelijke brede opzet is verdwenen: “Voorheen werden ook wereldoriëntatie en studievaardigheden getoetst. Nu is het alleen maar een multiple choice-toets op spelling, begrijpend lezen en een beetje rekenen.”
In gemeenten met een hogere sociaaleconomische status, zoals Bloemendaal en Heemstede, krijgen kinderen vaker een havo- of vwo-schooladvies. Opvallend is dat uit de rapportage van de PO-raad blijkt dat die adviezen in de praktijk vaak nog worden bijgesteld op basis van de toetsuitslag.