Bij een verbouwing in Haarlem vinden drie mannen een verborgen object in het plafond. Ze vinden een moffenzeef: een zeldzame antenne die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt om bijvoorbeeld naar Radio Oranje te kunnen luisteren.
Naast het feit dat het een zeldzame antenne is die bijna nooit wordt gevonden, is het ook bijzonder dat deze nog intact is. “Met hoe wij normaal een plafond slopen, was de antenne zeker stuk geweest”, legt Floris Smidt, de timmerman die de antenne vond, uit. Doordat het een moeilijk verwijderbaar plafond was, deden ze dit keer voorzichtiger. “Toen wij het vonden, wisten wij ook niet wat het was.”
Zijn collega Mark Sorber had wel een vermoeden dat het iets met de oorlog te maken had en stuurde een foto naar iemand die er misschien meer van zou weten. “Daarna is de bal gaan rollen, en nu staan we bij het Verzetsmuseum in Amsterdam.” Het museum is zeer blij met de vondst en neemt deze op in de vaste collectie.
Bekijk de reportage hieronder, tekst loopt door onder de video.
De eigenaar van het pand schenkt de moffenzeef aan het museum. “Het is een stukje geschiedenis, en wel heel gaaf dat dit in mijn appartement is gevonden”, aldus Arjan Knijnenburg. “Ik ben trots dat het nu hier ligt en ga hier zeker nog een keer heen om het aan mijn kinderen en vriendin te laten zien.”
In het museum is naast de moffenzeef ook een replica te zien, waarmee bezoekers zelf kunnen testen hoe het werkt. “Je moet eraan draaien om op de juiste positie te komen en zo de Duitse stoorzenders te blokkeren. Daarna is het mogelijk om Radio Oranje te ontvangen”, legt David van Emden, collectie-beheerder van het museum, uit.
Bouwer moffenzeef
“Een oudere meneer uit de buurt die had gehoord dat wij het ding hadden gevonden, kwam vanmorgen trillend binnen”, vertelt timmerman Sorber. “Hij zei dat hij als klein jongetje tijdens de oorlog hout moest halen voor zijn vader, die er vervolgens moffenzeven van maakte. Ook vertelde hij dat hij nog meer spullen uit de oorlog had. We gaan hem in contact brengen met het museum.” Zo ontvouwt dit verhaal zich, tachtig jaar na de oorlog, opnieuw tot blijdschap van het museum.
Fillip Bloem van het Verzetsmuseum en Arjan Knijnenburg vertellen bij Haarlem Vandaag over de vondst. Luister het interview hieronder terug.
Tijdens de oorlog was het verboden om naar buitenlandse (geallieerden) radiozenders te luisteren. “Mensen deden dit toch, om Nederlandse muziek te horen, de moraal een beetje op te krikken, en het verzet luisterde mee om geheime boodschappen te ontcijferen. Zo werd via de radio bekendgemaakt of Engelandvaarders waren aangekomen en waar droppings zouden plaatsvinden. Dit werd allemaal verstopt in normale zinnen”, legt Van Emden uit.
Er stonden zware straffen op het luisteren naar de radio. “Het ging om een hoge geldboete en een gevangenisstraf van tien jaar, al werd er in werkelijkheid vaak lager gestraft.” Om te voorkomen dat er stiekem naar Radio Oranje werd geluisterd, plaatsten de Duitsers stoorzenders waardoor ruis hoorbaar was in plaats van de uitzendingen. “In 1942 dropten de geallieerden flyers met uitleg over hoe een moffenzeef gemaakt kon worden, zodat mensen toch naar de radio konden luisteren.”
Verboden
Het bezitten van zo’n antenne was natuurlijk verboden, waardoor deze vaak in huis werd verstopt. Later in de oorlog werd het bezit van een radio zelfs volledig verboden.