Het Müllerorgel is weer het stralende middelpunt van de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem. Na acht maanden zijn deze week de steigers weer weg gehaald. Wat tevoorschijn is gekomen lijkt wel een compleet nieuw orgel. “Een oogverblindend resultaat”, stelt organist Anton Paul tevreden vast.
Het geluid van het orgel in de kerk op de Grote Markt werd deze week nog overstemd door het kabaal van het afbouwen van de steigers. Maar ook dat klonk de organist als muziek in de oren. “Na acht maanden gaat ie weg, en dan zie je het orgel weer in volle glorie en wat wil ik nu nog meer.”
De restauratie van het 300 jaar oude orgel was voor het laatst 60 jaar geleden gedaan. Er was hoognodig een nieuwe tinfolielaag nodig. Niet alleen door de natuurlijke corrosie van het metaal, maar ook door de vele vleermuizenpoep en -urine waren de orgelpijpen behoorlijk aangetast. Nu die vleermuizen grotendeels naar de andere kant van de kerk zijn verdreven, zal het in ieder geval een halve eeuw weer een lust voor het oog zijn. En voor het oor.
Maar dan wel voor de goede verstaander. De grootste pijpen van 11 meter hoog doen het namelijk weer na de restauratie. Maar dat geluid is volgens orgelbouwer Erik Winkel niet met een cameramicrofoon vast te leggen: “Die tonen zijn zo laag dat je broekspijpen er van gaan flapperen, zeg maar. Je voelt het meer dan dat je het hoort.”
‘Lage sonoor-brom geluid’
Organist Anton Pauw wil met veel liefde dat ‘lage sonoor-brom geluid’ laten horen. “Dat is de lage C zal ik maar zeggen en dan nog twee octaven eronder.” En dat is bijzonder vindt hij, “want er zijn niet zoveel van dat soort registers in Nederland.”
De cameramicrofoon slaat inderdaad amper uit. Het menselijk oor vangt het imposante lage geluid wel op in de Grote Kerk. Maar het wordt nog overstemd door kletterend metaal van de steiger. Totdat organist Anton Pauw even alle registers opentrekt en de bouwvakkers en bezoekers van de Grote Kerk echt laat genieten van het blinkende Müllerorgel.