In tegenstelling tot zijn Amsterdamse collega ziet burgemeester Jos Wienen vooralsnog geen enkele aanleiding om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden van zijn stad. “Wij kijken met belangstelling uit naar landelijke initiatieven op dit vlak”, reageert zijn woordvoerder namens Wienen.
Haarlem heeft een slavernijverleden, zo meldt de stad op zijn website. Ook volgens bureau Discriminatiezaken Kennemerland zijn er in de stad sporen te zien van het Haarlemse slavernijverleden. Zo was burgemeester Elbert Testart in de achttiende eeuw bijvoorbeeld bewindhebber van de VOC.
Ook belegden veel Haarlemmers geld in plantages. Toen de slavernij werd afgeschaft, werden 21 inwoners ‘gecompenseerd’ voor ‘verlies aan eigendom’, zo valt te lezen op een website van het Noordhollands Archief. Ook was de textiel in Haarlem een belangrijk ruilmiddel in de slavenhandel.
Politieke discussie
Burgemeester Wienen wil op dit moment verder niet ingaan op de vragen over het slavernijverleden, omdat hij een lopende discussie in de gemeenteraad niet wil beïnvloeden. “Het kan zijn dat we hier later een vervolg aan geven.”
De situatie tussen Amsterdam en Haarlem zijn niet helemaal te vergelijken. In de hoofdstad is al duidelijk bewezen dat het stadsbestuur direct betrokken was bij slavernij. Dat is de reden voor burgemeester Halsema geweest om vorige week excuses aan te bieden.
Hoe het slavernijverleden in Haarlem eruit zag, is niet klip-en-klaar. Daarom vraagt de Actiepartij in de gemeenteraad deze week om steun voor een onderzoek naar dat verleden. Daarbij wil de fractie meteen een studie laten doen naar hoe het eraan toeging in de toenmalige gewesten Holland en West-Friesland.
Horigheid
De Actiepartij: “Zowel in de voormalige koloniën als op het Europese continent hebben allerlei vormen van dwangarbeid plaatsgevonden die samenhingen met de economische rol en positie die de stad Haarlem innam in het gewest Holland en West-Friesland. Te denken valt onder meer aan de linnenindustrie en de productie van vlas in Polen. De productie van vlas bestond uit een economie gebaseerd op horigheid.”
De Actiepartij wijst er daarbij op dat Haarlem niet een handelsstad was en mogelijk niet direct betrokken was bij slavernij. Maar daarnaast was de Haarlemse elite ‘zeer nauw verbonden met de Amsterdamse elite’ en die heeft wel een directe rol gespeeld in de slavernij.
Niet op excuses uit
De raadsfractie heeft een motie ingediend om een onderzoek mogelijk te maken en benadrukt daarin dat ze niet op excuses uit zijn. “Een onderzoek naar slavernijverleden gaat niet om of de huidige generaties, inwoners en stadsbestuurders, verantwoordelijk zijn of excuses moeten aanbieden voor de rol die hun voorouders hebben gespeeld in het slavernijverleden.”
Aanstaande donderdag wordt duidelijk of deze motie wordt aangenomen. NH Nieuws en Haarlem105 maakten eerder deze video over de wandeling van slavernijverleden in Haarlem ter gelegenheid van Keti Koti: