Na vijfentwintig jaar is het topsportboek van Henk Grol bruut dichtgeklapt. Afgelopen nacht verloor de Haarlemse judoka in wat een mooi sluitstuk van zijn imposante carrière had moeten worden: zijn derde medaille op de Olympische Spelen.
Kenamju, de Haarlemse judoclub die vele kampioenen heeft voortgebracht, was lang de plek waar Grol trainde. De talentvolle jeugdjudoka’s hebben daar vandaag hun wedstrijdtraining. En ondanks de vakantie staat er een viertal judoka’s in de leeftijd van zes tot en met negen jaar op de tatami. Ooit hopen ook zij op de Olympische Spelen te staan.
‘Liever tweede’
Desa van der Geest, dochter van oud-wereldkampioen Dennis van der Geest, is een van hen. Ze heeft een bijzondere wens. “Ik wil graag tweede worden en niet eerste omdat ik denk dat eerste mij niet lukt.” Toch besluit ze, na even twijfelen, om in ieder geval te proberen om voor de gouden plak te gaan.
Een andere kleine judoka is Raoul Blankenvoort. Hij heeft Henk op de televisie zien judoën. Ook Raoul wil graag later graag naar de Olympische Spelen, al houdt hij zijn opties nog open. “Ik vind eigenlijk een andere sport ook wel leuk, namelijk mountainbiken. Misschien dat ik dat ga doen.”
Trainen, trainen, trainen
Henk Grol staat bekend als een echt trainingsbeest. Jarenlang draaide hij mee in de internationale top. Iemand die dat van dichtbij heeft meegemaakt is judotrainer Martin Overbosch. Hij trainde vaak met Grol. “Het is echt een uitermate sterke judoka, iemand die niet van opgeven weet.”
Grol stond er inderdaad om bekend vaak blessures te hebben, maar gaf nooit op. “Dat lijf van hem is echt versleten”, zegt Martin. “Jarenlang hebben gasten aan hem getrokken, al zijn gewrichten doen pijn. Hij heeft zijn rust nu verdiend.”
“Ik hoop dat hij nu met zijn coach Maarten Arens een biertje kan drinken en reflecteren. Hij heeft echt een imposante carrière achter de rug, niemand heeft zoveel medailles gewonnen als hij. Ik hoop dat hij dat inziet en gaat genieten.”