De tentoonstelling van de Antwerpse meester Jacob Jordaens in het Frans Hals Museum is op bijzondere manier vormgegeven. Behalve schilderijen van de 17e eeuwse schilder is ook zijn pronkkamer met plafondkunstwerken gereconstrueerd. Door een spiegelvloer zijn de kunstwerken op twee manieren te bekijken en dat levert verbaasde reacties van bezoekers op. “Ik weet gewoon niet waar ik moet kijken”, vertelt een mevrouw. “Ik kijk m’n ogen uit!”
Het Haarlemse museum heeft de tentoonstelling ‘Thuis bij Jordaens’ van Jacob Jordaens in samenwerking met The Phoebus Foundation samengesteld. Jordaens is één van de Grote Drie kunstschilders uit Belgie, samen met Rubens en Van Dyck. Jordaens schilderde net zo zwierig, menselijk en eigenzinnig als Frans Hals. En daarom was het een logische keuze voor het museum om een tentoonstelling aan de schilder te wijden.
Pronkkamer
Een aantal ruimtes in het museum is ingericht met schilderijen van Jordaens en daarnaast is er een pronkkamer. Die had Jordaens vroeger zelf in zijn huis. In deze kamer waren alle wanden en het plafond bedekt met kunstwerken van de schilder. “Hij wilde hiermee de mensen imponeren en aanzetten om meer kunst van hem te kopen”, zo vertelt Marrigje Rikken, hoofd collecties van het museum. Van die pronkkamer zijn twee wandstukken en de plafondstukken, bewaard gebleven.
De staat waarin deze verkeerden, was niet al te best. Er is jaren aan gewerkt om ze helemaal schoon te krijgen en te restaureren. Bij het samenstellen van de tentoonstelling, ontstond het idee om de pronkkamer met de plafond- en wandstukken te reconstrueren. Om de bezoekers niet alleen naar het plafond te laten kijken, is de spiegelvloer bedacht, waardoor de kunstwerken ook via de vloer te zien zijn. En dat geeft volgens de bezoekers een unieke ervaring. “Ik vind dit een hele bijzondere manier”, vertelt een mevrouw die het museum bezoekt tijdens een weekendje weg naar Haarlem. “Ik heb dit nog niet eerder gezien.”
Het had wel wat voeten in aarde om de pronkkamer daadwerkelijk te maken, maar Marrigje Rikken is blij met het resultaat. “Dit is voor ons ook echt een unicum. En ik denk ook echt doordat je de plafondstukken zo kan zien, je ze veel beter in je op kan nemen.”
De tentoonstelling is nog tot en met eind januari te zien.