Van de kuifeend tot visdief en van kneu tot de oeverpieper. Deze vogels komen voorbij in het nieuwe vogelboek van schrijver Nicolien Mizee. En dat is opvallend, want normaal schrijft deze schrijfdocent romans.
Vijftien jaar geleden leerde Mizee vogelaar Rob kennen. “Ik werd verliefd op hem, dus wij togen steeds naar Bos en Duin. Constant stond hij stil om naar vogels te kijken”, vertelt de schrijfster in het NH-radioprogramma Lunchroom. “Dan kan je twee dingen doen: zuchtend naar de grond kijken en wachten tot je eindelijk weer door mag lopen of ook maar naar die vogel kijken.”
Haar interesse werd groter omdat Rob van alles over de beestjes vertelde. “Als een echte schoolmeester ging hij mij wijzen op de witte oogstreep (contrasterend gekleurde streep op de kop, die horizontaal vanaf de snavel voorbij het oog loopt, red.) en hij vertelde bijvoorbeeld dat die vogel net uit Afrika kwam en vorige week Nederland was binnengekomen.”
Nicolien Mizee is vooral bekend door haar literaire werk. Haar roman Toen kwam moeder met een mes (2003) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. Inmiddels heeft zij vele titels op haar naam staan en werden Halfbroer (2015) en Moord op de moestuin (2019) goed ontvangen.
Nicolien kreeg meer en meer interesse voor de vliegende wezentjes, maar ze had een probleem. “Ik zou al de informatie die Rob vertelde nooit allemaal kunnen onthouden. Dus als ik thuis eens de vogels natekende en erbij schreef waar en wanneer ik de vogel had gezien, dan kon ik het misschien beter onthouden.”
Omdat de schrijfster naar eigen zeggen ‘helemaal geen tekenaar is’, tekende ze de gespotte vogels na vanuit een vogelboekje, en schreef daarbij een begeleidend tekstje.
Tekst gaat door onder de afbeelding.
Vijftien jaar later en vele honderden, misschien wel duizenden vogels verder kwam Frederique van Uitgeverij van Oorschot op bezoek bij Mizee. Het was lockdown en ze kwamen door een gedeelde vogelinteresse te spreken over het vogelboekje. Toen Frederique de tekeningen en teksten zag, zei ze: “Dit wil ik uitgeven.”
De Blauwborst
Een voor Mizee moeilijk te spotten vogel was de blauwborst. “Ik geloofde er al niet eens meer in dat ik hem nog zou zien. Maar ik weet nog heel goed dat ik de eerste tegenkwam. En het gekke is, als er eenmaal een hebt gezien, zie je ze daarna vaker.”
Een vogel die Nicolien Mizee altijd nog graag wil zien, is de hop. Daar was een tijdje geleden wel de kans voor, er was er een gespot bij volktuinen in Schalkwijk. “We zijn daar toen wel even heen gegaan, want ja, een hop. Maar uiteindelijk hebben we hem niet gezien.”
Jenevervogeltje
Na een lange wandeling op Texel is er een heel speciaal vogeltje dat haar kan bekoren. “Het was een vreselijk, ijskoude wandeling en Rob bleef maar doorgaan met vogelen. Toen zei ik, wijzend naar warme rookpluimen van een gebouwtje: volgens mij zie ik daar een jenevervogeltje.”