Voor velen kwam de lockdown die afgelopen zaterdag werd afgekondigd als een verrassing. Opnieuw moeten onder andere bioscopen, winkels en horeca hun deuren sluiten. Toch is er een aantal winkels in het centrum van Haarlem die de deuren wel open mag houden.
Veel klanten heeft Brad Beukema nog niet gezien in zijn winkel vandaag. Ondanks de lockdown mocht hij vanochtend wel de winkeldeuren openen om klanten te ontvangen en dat is toch opvallend. Zijn winkel verkoopt namelijk alleen maar pindakaasproducten.
Pindakaas is essentieel
“We verkopen pindakaas en worden gezien als een essentiële winkel. Pindakaas is voedzaam, lekker en mensen eten het.”
Beukema vindt het dan ook helemaal niet raar dat hij wel klanten mag ontvangen in de pindakaaswinkel waar hij store manager is. ”Pindakaas is enorm lekker en mensen houden van pindakaas: ze zijn blij dat wij open mogen.”
Even verderop in de straat brand er licht bij de oliebollenkraam. Ook deze ‘winkel’ is essentieel en in het vet zwemmen verse oliebollen. “Natuurlijk is de oliebol essentieel”, lacht oliebollenbakker Ghislaine. “Hoe kan je nou oud en nieuw vieren zonder oliebollen?”
Volgens rijksoverheid.nl zijn “winkels in de levensmiddelenbranche voor mens en dier, zoals supermarkten, dierenwinkels en slijterijen” essentiële winkels. Ook behoren “winkels in zorg- of welzijnshulpmiddelen, groothandels voor levering voor bedrijven, drogisterijen, opticiens en audiciens”, tot deze categorie.
Thea Poppen staat achter de toog van een winkel die gebakjes, taartjes en andere lekkernijen verkoopt. “Blijkbaar is dit ook een onmisbare winkel”, zegt ze. “Het is eten. Maar of dit soort eten echt essentieel is, durf ik niet te zeggen. Maar ik ben wel blij dat we open mogen. De hele dag gaat de telefoon al. Mensen willen toch iets lekkers voor de kerst.”
Terug in de winkel waar pindakaas wordt verkocht staat Beukema nog steeds met zijn bretels en knot, en veel meer mensen zijn er niet geweest. “Het is niet echt druk vandaag. Alle andere winkels zijn dicht en dat merk je. Ik denk dat ik maar zo’n vijftien potjes pindakaas heb verkocht.”