Er wordt steeds meer duidelijk over de schade die de aardbevingen in Turkije en Syrië op 6 februari hebben aangericht. De ramp maakt een hoop emoties los, niet alleen bij de mensen daar, maar ook hier in Haarlem leven mensen mee met de slachtoffers. Raadsleden Meryem Cimen (D66) en Sibel Özogul-Özen (SP) hebben zelf familie in Turkije wonen en vertellen in het radioprogramma Haarlem Vandaag hoe zij de gevolgen van de aardbeving ook hier voelen.
“Er gaan heel veel emoties door je heen. Je ziet de berichten dat er een hele zware aardbeving is geweest en je weet niet precies wat de impact is”, vertelt Cimen. “Ik heb het geluk dat mijn familie in een ander deel van Turkije woont. Maar je weet niet tot waar ze het voelen.” Özogul-Özen vertelt dat ze nichten in het getroffen gebied heeft wonen. “Het is afwachten tot je ze aan de lijn krijgt en of het goed met ze gaat. Dat is gelukkig wel zo.”
“Je wordt wakker, je krijgt het bericht en dan begint de bel en de WhatsApp ronde om te kijken of iedereen veilig is”
Meryem Cimen, raadslid Haarlem (D66)
Na de heftige aardbevingen zijn er direct hulpacties opgezet. De Selimiye-moskee is tot diep in de nacht bezig geweest met het inzamelen van dekens, kleding en andere hulpmiddelen voor de slachtoffers uit het getroffen gebied. Richting de moskee stond een lange file aan mensen die iets wilde doneren. Het gevoel van machteloosheid is groot en mensen proberen zo veel mogelijk hun steentje bij te dragen.
“Mijn nicht sliep dagen in de auto”
Sibel Özogul-Özen, raadslid Haarlem (SP)
Ook in onze regio is de betrokkenheid met de slachtoffers groot. Burgemeester Wienen heeft de Turkse vlag op het stadhuis halfstok gehangen. “Het is een hartverwarmend gebaar” vertelt de SP’er. Het niet hijsen van de Syrische vlag is in overleg met de Syrische gemeenschap besloten. De vlag staat symbool voor het huidige regime, waar veel Syriërs van gevlucht zijn. “Ze voelen zich verbonden genoeg op het moment met de Turkse vlag en als zij dan in ieder geval in alle steunbetuigingen en berichtgeving gewoon worden genoemd naast Turkije. Dan vinden zij dat voor nu voldoende”, legt Cimen ons uit.
Luister hieronder het hele gesprek terug met Meryem Cimen en Sibel Özogul-Özen. Tekst loopt door onder fragment.
“Wat ik van de Turkse media verneem is dat er vooral behoefte is aan wc’s, want men kan de gebouwen niet in. Daarnaast is er behoefte aan eten en medicatie”, zegt Özogul-Özen. Het verzenden van spullen naar het rampgebied brengt alleen veel complicaties met zich mee. Het storten van geld is voor de Turkse en Syrische reddingsorganisaties een stuk effectiever, zegt het Haarlemse raadslid. “Ik heb gezien dat het voor de moskee heel moeilijk was om de spullen daarheen te krijgen. Ik hoorde dat er 5 vrachtwagens vertrokken zijn en dat is echt lastig. Ik denk je dat op dit moment met storten, heel ver komt.”
Woensdag is er een landelijke actiedag voor Giro 555, waarmee geld wordt ingezameld voor de slachtoffers van de aardbevingen in Syrië en Turkije.