Haar woning is niet groter dan vijftien vierkante meter. De afgelopen vijf weken gebruikte de Haarlemse Anouk Harkmans (23) daarom monumenten als haar werkplek. “Ik woon klein. Mijn woonkamer is ook gelijk mijn keuken en slaapkamer. Ik doe hier weinig inspiratie op.”
En die inspiratie wilde ze namelijk wel opdoen om verhalen te schrijven. Voor haar nieuwe bundel A City Of One’s Own besloot Anouk vijf schrijversresidenties door de hele stad te gebruiken. “Ik heb op festival Parksessies gezeten, in het Pieter Teylers Huis, de bibliotheek, de Sint Bavo Koepelkathedraal en nu dus in molen de Adriaan.” Op elke plek verbleef ze twee dagen en schreef ze een verhaal.
“Het leuke is dat ik er ook zit vóór en na sluitingstijd. Hierdoor beleef je de monumenten alleen met geluiden die je zelf maakt. Dat is heel bijzonder”, aldus Anouk. In de bibliotheek werkte ze zelfs s’nachts door en zat ze op een gegeven moment buiten op de binnenplaats in het donker te schrijven.
De vijf essays zijn verhalen van ongeveer duizend à tweeduizend woorden lang. “Ze gaan niet over de monumenten, maar ik doe hier mijn inspiratie op. Zo kunnen de spullen in vitrinekasten een hoofdrol gaan spelen, maar ook bijvoorbeeld mensen die ik op deze plekken ontmoet”, legt Anouk uit.
Om de verhalen wat meer sfeer mee te geven, maakt een illustrator op de locatie afbeeldingen die met de verhalen in de bundel ‘A City Of One’s Own’ komen. Uiteindelijk moet het boek in eind september, begin oktober uitkomen en wordt er ook een expositie in het ABC Architectuurcentrum aan gekoppeld.
Wooncrisis
Daarnaast wil Anouk de bundel gebruiken als een statement over de huizencrisis waarin Haarlem zich bevindt. “Ik heb gelukkig nog een woonplek kunnen vinden, maar veel van mijn leeftijdsgenoten hebben niks en verlaten daarom de stad. Als ik vrienden van buiten Haarlem vertel over mijn project, vragen ze zich af waarom ik nog in Haarlem blijf. Volgens hen zijn hier de mogelijkheden te klein.”
Anouk zoekt de mogelijkheden wel op en hoopt dat Haarlem in de toekomst de vaak loze ruimtes in monumenten ook anders gaat gebruiken. “Wanneer je van een ongebruikelijke plek een monument beleeft, haal je daar ook hele andere inspiratie uit. Het zou zonde zijn als we het onbenut potentieel leeg laten staan.”
Of ze dit in de toekomst nog een keer doet en dan met andere monumenten weet ze nog niet zeker. “Het staat nog niet gepland, maar er zijn zeker wel ideeën voor een tweede deel of misschien wel een landelijke editie.”