Sinds kort wordt de regen die valt op het dak van de brandweerkazerne aan de Haarlemse Zijlweg opgeslagen om later branden mee te blussen. “Het is een idee van een inmiddels gepensioneerde college van ons”, vertelt brandweerman Jan Gravendijk. Hierdoor verbruiken we minder drinkwater en het is goed voor het milieu.”
Zijn collega Arno Smit ziet ook voordelen in het gebruik van regenwater. “Er zit geen kalk in het water, dus er is minder nevenschade na het blussen.” Wel geven beide brandweermannen aan dat ze tijdens het blussen vooral op het blussen zelf letten. “Achteraf denk je soms, ‘hadden we minder schade kunnen maken’, of ‘hebben we onnodig water verspild’? Het is leuk dat we daar nu iets aan doen, en alle kleine beetjes helpen”, zegt Gravendijk.
Geen brandkranen meer
Sinds 2022 wordt er geen gebruik meer gemaakt van brandkranen door de brandweer Kennemerland. Door de veranderde waterdruk waren deze niet altijd meer geschikt om te blussen.
De brandweer neemt nu zelf water mee. In een spuitwagen gaat 2300 liter. “Dit staat gelijk aan het blussen van één woningbrand”, zegt Smit. Naast de gevulde spuitwagen wordt er ook gebruik gemaakt van wagens die alleen water vervoeren. Ook beschikt de brandweer over pompen om water uit sloten te gebruiken als bluswater.
Op de kazerne worden brandweerauto’s na een blussing weer volgeladen met water zodat deze altijd klaar staan. Dit gebeurt nog met drinkwater, maar sinds kort op de Zijlweg in Haarlem dus met regenwater.