In Nederland stond in 2017 kanker bovenaan de lijst van doodsoorzaken.
Van de ruim 150 duizend inwoners die stierven, waren 47 duizend (31 procent) overleden aan kanker. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Op de tweede plek staan hart- en vaatziekten met 25 procent.
Per leeftijdsgroep verschillen de doodsoorzaken enorm. Vooral ouderen overleden aan kanker of hart- en vaatziekten. Jongeren tussen de 15 en 30 jaar stierven veel vaker aan een niet-natuurlijke dood, zoals zelfdoding of ongevallen.
Uit de cijfers bleek ook dat mannen vaker aan kanker overlijden dan vrouwen. Bij 35 procent van de kanker gerelateerde sterfgevallen was er sprake van een man. Bij vrouwen was dat 27 procent.
De sterftecijfers bij vrouwen liggen hoger bij de psychische- en gedragsstoornissen (met name dementie). De verschillen tussen de seksen zijn bij andere doodsoorzaken minder groot.