Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep minder hoge straffen geëist tegen de verdachten in de zaak van de doodgestoken Sjeddy Ibrahim (22) uit Haarlem-Oost. De straffen vallen lager uit dan de veroordeling van de rechtbank, omdat de zaak volgens de norm te lang heeft geduurd.
Sjeddy werd op 1 januari 2016 op de Zomerkade doodgestoken. Deze week werden twee getuigen gehoord. Eén van hen verklaarde dat hij denkt dat de dodelijke steekwond niet door de hoofdverdachte is veroorzaakt. Dit in tegenstelling tot eerdere verklaringen van andere betrokkenen.
De verklaring heeft verder geen impact op de zaak, omdat volgens het OM het scenario zoals deze verdachte het beschrijft niet aannemelijk is. Bovendien kloppen de verklaringen niet met de resultaten uit eerder onderzoek.
Fatale nieuwjaarsnacht
Sjeddy was tijdens de jaarwisseling met vrienden op straat toen hij belandde in een grote ruzie. Hierbij zou de hoofdverdachte hem met een mes in zijn borst hebben gestoken. Sjeddy overleed ter plekke.
De dood van Sjeddy veroorzaakte lange tijd veel onrust in de Amsterdamsebuurt, omdat veel jongeren uit de wijk zowel het slachtoffer als de daders kenden. Onder grote belangstelling vond er een week later een stille tocht plaats.
Eisen hoger beroep
Hoofdverdachte Ricardo L., van wie dna-sporen op het mes zaten, werd eerder door de rechtbank tot tien jaar cel veroordeeld. Het OM eist nu 9 jaar en 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Layminda van Z., die ook wordt verdacht van betrokkenheid bij de steekpartij, werd veroordeeld tot vier jaar voor poging tot doodslag. In hoger beroep wordt 3 jaar en 7 maanden gevangenisstraf geëist. Verdachte Roxanne O. is veroordeeld tot 12 maanden cel waarvan vier maanden voorwaardelijk vanwege betrokkenheid bij de confrontatie die nacht. In hoger beroep blijft de celstraf onveranderd, maar is het aantal maanden voorwaardelijk verhoogt naar vijf.
De uitspraak wordt 20 juli verwacht.