Veel Haarlemmers zijn uitgelopen voor het afscheid van kunstenaar Jan Heijer. Hij had zijn eigen uitvaart coronaproof geregeld met een condoleance bij een zelf beschilderde kist. Want met zijn kunstzinnige doodskisten maakte hij juist aan het eind van zijn leven furore.
Jan Heijer woonde zijn hele leven in Halfweg, maar als geboren Haarlemmer had hij de stad in zijn hart gesloten. En de Haarlemmers hem. “Als ik met hem door de stad liep, is het net alsof je met Sinterklaas door de stad loopt”, vertelt zijn dochter glunderend, “want het was de hele tijd, ‘hé Jan, hé Jan’.”
In tijdssloten kwamen zaterdag- en zondagmiddag meer dan vijfhonderd vrienden, familie en kennissen van de veelzijdige kunstenaar Jan Heijer langs in zijn atelier aan de Gedempte Herensingel tegenover de Amsterdamse Poort. Allen bewonderden zijn laatste kunstwerk, een doodskist die hij twintig jaar eerder had gebruikt in een theaterstuk en toen al had gereserveerd voor zijn eigen uitvaart.
Past precies
Zijn dochter Janneke Heijer is er blij mee, juist omdat hij veel kisten voor andere mensen heeft gemaakt. “Dus het was niet te doen geweest om hem in een gewone standaard kist weg te brengen. Dus fijn dat hij deze had. En hij past er precies in.”
tekst loopt door onder de video
Jan heeft de kist met zijn karakteristieke vrolijke kleuren beschilderd. Verdrietig om het noodlottige einde door een ongeluk in combinatie met een nare ziekte lopen de Haarlemmers met mondkapjes op anderhalve meter langs de kist. Onder hen ook jeugdboekenschrijver Bies van Ede, die met Heijer in een theaterstuk optrad. De doodskist kan hem wel bekoren. “Hij zocht zijn eigen pad en deed het op zijn eigen manier, tot aan zijn laatste snik.”
Ook andere houten beelden en schilderijen van de hand van Heijer hangen in het atelier. Het doet weer even ouderwets aan als een tentoonstelling pre-corona. Buurman van het atelier, Richard Stekelenburg, herinnert zich dat hij een paar weken geleden Jan nog in de enorm grote zelfgebouwde strandstoel zag zitten. “Ik werd altijd heel erg blij van Jan. We gaan hem missen.”