Het Kennemer Gasthuis en het Spaarne Ziekenhuis publiceren maandag hun sterftecijfers van 2010 tot en met 2012.
Voor het eerst geven ze ook inzicht in de sterftecijfers per patiëntengroep. Dit is een belangrijke stap op weg naar meer transparantie over de zorg. De informatie over de sterftecijfers wordt door de ziekenhuizen vooral gebruikt om van te leren en te kijken waar de zorg verbeterd kan worden.
De sterftecijfers per patiëntengroep geven de verhouding weer tussen het werkelijke en het verwachte aantal sterfgevallen in een ziekenhuis bij een groep patiënten met een bepaalde diagnose.
In het Kennemer Gasthuis in Haarlem zijn de sterftecijfers voor acuut myocardinfact (hartaanval) en heupfractuur iets hoger dan verwacht. In het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp gaat het om slokdarmkanker, borstkanker en coronaire artherosclerose (verkalking van de hartslagaders). In beide ziekenhuizen bekeken medisch specialisten alle dossiers van de overleden patiënten van de diagnoses waarbij de sterftecijfers hoger waren dan verwacht. De oorzaken bleken te liggen in onder andere de wens van patiënten om in het ziekenhuis te overlijden in plaats van thuis of verschillende interpretaties van de codering.
Bij het Kennemer Gasthuis en het Spaarne Ziekenhuis is voor een aantal patiëntengroepen de sterfte lager dan verwacht. Het gaat hier bij het Kennemer Gasthuis om bijvoorbeeld patiënten met nieuwvormingen (kanker), patiënten met hartklepaandoeningen, patiënten in de leeftijd 75 tot 84 jaar en patiënten die niet gepland worden opgenomen (spoedzorg). In het Spaarne Ziekenhuis geldt dit voor bijvoorbeeld voor patiënten met COPD en patiënten in de leeftijd 45 tot 64 jaar.