Beroemd, berucht of een verborgen parel in de regio. In de rubriek ‘Wist je dat?’ staat elke week zo’n gebouw, straat of plek in de schijnwerpers. Een interessante geschiedenis, iets wat je nooit verwachtte, of: ‘O, zit dat zo!’ Het kan allemaal. Vermakelijk & educatief, elke week wijzer over je eigen omgeving.
Door Ton de Groot.
De trekschuit was ooit een belangrijk onderdeel van het openbaar vervoer in Haarlem. Vanuit Haarlem werden zogenaamde trekvaarten aangelegd naar Amsterdam en Leiden. Naast de trekvaart liep een pad, waar de schuit door een paard over werd voortgetrokken (foto).
Op de plek op de foto, heeft De Zijlpoort gestaan. De Zijlpoort was een van de Stadspoorten van de Vesting Haarlem. Daar vertrokken, dag en nacht, de reizigers uit Haarlem naar Leiden. De Leidsevaart is het Haarlemse deel van de trekvaart, in Leiden heet die de Haarlemmertrekvaart. De vaart volgt zoveel mogelijk rechte lijnen, waardoor de afstand beperkt blijft tot een kleine 30 kilometer. Na vier uur varen bereik je de eindbestemming. Niet alleen de passagiers profiteren van dit moderne vervoermiddel. Beide steden vragen een vergoeding voor de doorvaart, de tol. Met de opbrengsten daarvan wordt de verbinding onderhouden. Het planten van riet voorkomt schade aan de oevers.
Tot dan toe werden zeilende beurtschepen ingezet. Die waren afhankelijk van de wind, daardoor verschilde de aankomsttijd nogal eens. De trekschuiten voeren met een vaste prijs en dienstregeling, hoe laat je in Leiden arriveerde was dus bekend. De trekschuit ontwikkelt zich tot een betrouwbaar vervoersysteem voor de inwoners van Haarlem. Veel mensen maken er gebruik van. Alleen rijken nemen hun eigen rijtuig of paard, armen gaan lopen.
Ook in andere landen is veel lof over deze manier van reizen. Het is rustig, veilig en niet duur. In heel Europa is geen beter vervoermiddel te vinden. Er zijn Eerste- en Tweedeklasse zitplaatsen. De roef is een gestoffeerde ruimte met een tafel en ramen. In het ruim zit je op houten banken onder een dekzeil.
Ook in Haarlem groeit de industrie en neemt de welvaart in de Gouden Eeuw toe. Er worden veel personen en goederen vervoerd tussen de grote steden van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit vraagt om verbetering van de verbindingen. Besloten wordt om een heel stelsel van trekvaarten aan te leggen. Haarlem en Leiden investeren in de aanleg van de Trekvaart Haarlem-Leiden. Een paar honderd jaar lang is dit een succes.
Tijdens de Franse bezetting verliezen steden veel van hun macht, de regering investeert in het uitbreiden van wegen. Steeds meer wegen worden bestraat en mensen kiezen vaker voor een geveerde postkoets, de diligence. Als er dan ook nog een verbod komt op het vervoer van post per trekschuit is er geen geld meer voor het onderhoud, dit betekent het einde.
Trekschuiten zijn verleden tijd, maar de trekvaart bestaat nog steeds.