Beeldend kunstenaar Jaap Ploos van Amstel is 1 mei na een kort ziekbed overleden in zijn woonplaats Haarlem. Dat heeft zijn familie vrijdag bekendgemaakt. Jaap Ploos van Amstel was 95 jaar, en tot enkele maanden voor zijn dood nog steeds werkzaam. Zijn werk is te zien in veel Nederlandse musea, waaronder het Teylers Museum, Frans Hals Museum en ook in Paviljoen Welgelegen van de Provincie Noord-Holland. De uitvaart van Jaap Ploos van Amstel heeft inmiddels in besloten kring plaatsgevonden.
Na een opleiding in Amsterdam, Parijs en Salzburg begon Ploos van Amstel halverwege de jaren vijftig met exposeren. Hij won in 1954 en in 1955 de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst, in 1962 de Talens Prijs voor Schilderkunst, en in 1966 de Henriëtte Roland-Holst Prijs voor Grafiek. Hij exposeerde met regelmaat solo in Nederland en daarbuiten, nam deel aan groepstentoonstellingen van Pulchri Studio in Den Haag, Arti in Amsterdam, de Hollandse Aquarellistenkring en de Nederlandse Kring van Tekenaars. Vanaf begin jaren zeventig was hij ook docent aan de Rietveld Academie in Amsterdam.
Ploos van Amstel vervulde naast het kunstenaarschap meerdere culturele bestuursfuncties. Zo was hij voorzitter van de Jeanne Oosting Stichting die jaarlijks de befaamde Jeanne Oostingprijzen voor schilderkunst en aquarel uitreikt. In 2016, bij zijn negentigste verjaardag, werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau om zijn artistieke prestaties, zijn invloedrijke docentschap, en om zijn bestuurlijke inzet.
In het werk van Jaap Ploos van Amstel was nagenoeg altijd het figuratieve aspect leidend. Tot zijn favoriete onderwerpen hoorden vulkanische landschappen, kusten, dieren, en ballonnen en vliegers. En hoewel de techniek ervan hem niet interesseerde, waren marineschepen, vliegtuigen en formule 1 raceauto’s ook een geliefd onderwerp.
Kunsthistoricus prof. Jan van Adrichem, voormalig conservator bij het Stedelijk Museum Amsterdam, en zelf een oud-leerling van Ploos van Amstel, omschreef in een monografie uit 2016 de positie van Ploos van Amstel als “een kunstenaar met een open blik, modernistisch en figuratief, en met een zeer eigen ‘handschrift’. (…) Als zodanig heeft hij een sterke en unieke positie opgebouwd naast de avant-garde in de naoorlogse Nederlandse beeldende kunst”.
Hij was bevriend met vele naoorlogse kunstenaars, zoals Otto de Kat, Jeanne Bieruma Oosting, zijn oud-leermeester Jan van Tongeren, generatiegenoten als Frank Letterie en Michel van Overbeeke, en oud-leerlingen als Eric de Nie, Margreet Bouman en Ronald Ruseler, met wie hij ook exposeerde.
Een uitgebreide selectie van werken van Ploos van Amstel was afgelopen najaar ter gelegenheid van zijn vijfennegentigste verjaardag te zien in Museum Henriette Polak, waar zijn werk tot de kerncollectie behoort. In de zomertentoonstelling 2020 ‘Mag het ook mooi zijn?’ van het Frans Halsmuseum / De Hallen was Ploos van Amstel vertegenwoordigd met acht grote olieverfschilderijen. Een door hem in 2019 aan de Provincie Noord-Holland geschonken schilderij van de Laokoön beeldengroep en de Haarlemmerhout is permanent te zien in het provinciehuis Paviljoen Welgelegen te Haarlem. En vanaf 15 mei worden tekeningen en aquarellen van zijn hand getoond in De Kapberg in Egmond aan den Hoef.
Zijn werk is ook te vinden in de collecties van onder andere Teylers Museum, het Rijksprentenkabinet, het Marinemuseum, het Stadsarchief Amsterdam, het Provinciaal Archief Noord-Holland en het Rijk.