Steeds meer winkelpanden in de Haarlemse binnenstad staan leeg. Al zou het gaan om maar zes procent, er lijkt wel iets aan de hand. De consument shopt meer vanuit huis en het beeld van een drukke winkelstaat met winkelketens lijkt langzaam op zijn retour.
Waar anders dan in het voormalige V&D-pand kon er gisteravond door de Pletterij een debatavond georganiseerd worden over de vragen hoe erg de leegstand is en hoe de toekomst eruitziet van hun binnenstad. Sprekers waren onder andere wethouder Floor Roduner, retailstrateeg Tony Wijntuin en de Haarlemse stadsarchitect Willem Hein Schenk.
Nieuwe tijden
“Het grappige is dat dit warenhuis staat voor wat er in deze stad gebeurt”, zegt Willem Hein Schenk. “Dit is een belangrijk monument voor de stad en het staat leeg. Warenhuisketen V&D en later Hudson’s Bay zaten hier in, maar zulke ketens werken in deze tijd niet meer. Je zou dan kunnen denken: we moeten er weer een winkel van maken, maar er valt wel iets voor zeggen om iets anders te proberen”.
Geen winkels maar ‘voorzieningen’
Dat ‘iets anders proberen’ vindt ook retailstrateeg Tony Wijntuin. Hij zou willen dat er in winkelstraten meer wordt nagedacht over het mixen van ‘voorzieningen’. “Het gaat daarbij om de kwaliteit en imago van die voorzieningen”, zegt Wijntuin die bewust het woord ‘winkels’ niet gebruikt. “Voorzieningen zijn niet alleen winkels, maar is ook horeca, cultuur, maatschappelijk instellingen, of zelfs onderwijs en medische voorzieningen.”
Tekst gaat door onder de video.
Dat klinkt allemaal leuk en aardig, maar de verhuurder wil wel dat er aan het einde van de maand huur wordt betaald en het liefst zoveel mogelijk.
Maar verhuurders van winkelpanden zouden volgens Wijntuin toch de ruimte moeten bieden aan de kleinere kwaliteitsvoorzieningen die vaak minder huur kunnen ophoesten dan een Blokker, Kruidvat of Hema.
“Ik ken geen stadsgids met aanbeveling voor een Blokker, Kruidvat of Hema”
Tony Wijntuin
“Dat soort winkels kunnen misschien wel vijf keer zoveel huur betalen”, merkt Wijntuin op. “Maar ik heb nog nooit in een stadsgids gezien waarin staat: kom naar onze stad we hebben een Blokker, Kruidvat en Hema. Het zijn de concepten – de unieke voorzieningen – die een stad aantrekkelijk maken. En die kwaliteit is ook wat waard voor verhuurders.”
Verhuurders zouden dus ruimte moeten bieden aan die kleinere ondernemers en daar is dit voormalig V&D-pand een goed voorbeeld van.
“Als je de verhuurder zover krijgt dat hij op de eerste twee verdiepingen ketens huisvest, die de meeste huur betalen, dan is er op de hogere etages financiële ruimte voor bijvoorbeeld cultureel ondernemerschap of een sportschool. Dan ben ik niet alleen een blij mens, maar creëer je ook dat onderscheidend vermogen voor een stad.”
Circulair warenhuis
Een andere idee voor een leegstad pand als het V&D-gebouw is een circulair warenhuis. “Ik heb dit idee eigenlijk gesloten uit Leiden”, vertelt stadsarchitect Schenk. “Je kan zo’n warenhuis op verschillende manieren invullen, maar wat er in Leiden gebeurt, is dat er spullen worden verzameld en aan kunstenaars wordt gevraagd er iets mee doen, bijvoorbeeld te verbeteren of eigentijdser te maken.”
Die spullen worden vervolgens verkocht en de succesformule is volgens de architect compleet. “Ze hebben er in Leiden een Dutch design prijs mee gewonnen. Ook levert het een bijzondere mix op van mensen van activiteiten.”
Tekst gaat door onder de video.
Kortom een mix van voorzieningen, mensen en ondernemingen in het centrum van Haarlem die de stad aantrekkelijk maken voor bezoekers van over de hele wereld.
Minder stenen, meer groen
Volgens Schenk moeten we de komende jaren voorbereid zijn op veranderingen, ook in het aangezicht. “De stad is veel te stenig. Er moet minder bestrating, meer groen en water. Maar dat eist wel iets van onze mobiliteit en vraagt om minder verkeer in de binnenstad.”
Maar zover is het nog niet. Eerst moet Haarlem door gaan krijgen dat er dingen gaan veranderen. Zorgen maken doet de architect trouwens niet. “Maar ik zeg wel: pas op jongens, we hebben te maken met grote veranderingen. Haarlem is mooi, maar dat moet wel zo blijven. Rust dus niet op je lauweren.”